Skip to main content

Panama capers (004)

07 mei 2016

In de USSA weten ze van wanten. Neem nou de senatoren Elizabeth Warren en Sharrod Brown. Die hebben eind vorige week een brief bij minister van Financiën Jack Lew in de gleuf laten glijden. Met het verzoek om eens een onderzoekje in te stellen naar mogelijke Amerikaanse betrokkenheid bij wasserettepraktijken via het ouwe nazibedrijfje van pappa Jürgen Mossack en diens latere mede-firmant Ramon Fonseca Mora. Lijkt een beetje op een nummertje open deur intrappen, maar mogelijk zijn Elizabeth en Sharrod bang dat overal de nodige klappen gaan vallen behalve in the land of the free.
Konden ze wel eens gelijk in hebben, want tot afgelopen weekend zijn er ruim 200 files de openbaarheid ingemieterd. Van de naar zeggen 11½ meloen. Dus er lijkt een soort campagne van gericht kersenplukken op gang te zijn gebracht, waarbij alleen figuren of instellingen een beurt krijgen die in de ogen van de “source” een schop onder hun hol verdienen. Tot nu toe zijn de Amerikaanse kersen buiten schot gebleven. Terwijl er volgens zogenaamde ingewijden toch 617 spaarvarkens, befkantoren, accountants en bemiddelingsbureaus zijn aangetroffen in de Panamese shitberg. Dus het verzoek van de twee senatoren komt niet zomaar uit de hemel pletteren.
Nou gaat dat van die slager en zijn eigen vlees helemaal op bij Jack Lew. Want onze Jack werkte tot eind 2008 bij de grootste bank van de USSA, de Citigroup. Als chef van de afdeling Alternatieve Investeringen. Investeringen die de grootste bijdrage leverden aan het gat in de begroting van de bank dat in 2009 door de Amerikaanse belastingbetaler mocht worden dichtgegooid. Om erger te voorkomen.
Dan denk je als eenvoudige liefhebber van Jan Smit dat Jack zich na dit echec in volle schaamte terugtrok in zijn schulp of onder de rokken van zijn moeder. Forget it. Slager Jack werd benoemd tot staatssecretaris van Buitenlandse Zaken oftewel de onderknuppel van Hellary Clinton. Niet zonder slag- of stootwapen, want hij werd voor zijn benoeming flink over de grill gejaagd. Daarbij kwam ondermeer aan het licht dat ie bij zijn vertrek bij Citi een bonus van 940.000 dollar in de tas had gestoken en bij het equity fund van Citigroup Venture Capital International (CVCI) een paar investerinkjes ter waarde van respectievelijk 100.000 en 250.000 dollar had weggemoffeld. Volgens Jack had ie die bij zijn aantreden als staatssecretaris met verlies van de hand gedaan. Sure. CVCI was trouwens gevestigd in Ugland House op de Kaaimaneilanden, waar 18.857 bedrijven waren gevestigd en dat door Barack Hussein O. later werd omschreven als “of het grootste gebouw in de wereld of de grootse belastingtruuk”.
De CVCI had trouwens niet alleen nog een paar dozijn neefjes en nichtjes op de Kaaimaneilanden, maar ook 15 familieleden in Panama en in ieder geval eentje in Mexico: Banamex. Een bank die sinds november 2015 langzaam door de gehaktmolen wordt gehaald wegens het vermeende runnen van een wasstraat. Niet voor het eerst trouwens. Daarvoor verwijzen wij met gepast enthousiasme naar ons artikel “Mexicocaine met een Hollands Sausje, waarin zelfs onze voormalige minister van Financiën Onno Ruding even door het licht van de koplampen schuift.
Hoe het in godschristusnaam mogelijk is dat nou juist zo'n kwalijke figuur als Jack Lew eerst bij Buitenlandse Zaken en nu bij Financiën in de voorste rij violen mocht plaatsnemen is een enigma van de bovenste plank. Tenzij de 1 procent aan de overkant van de plas het aloude credo hanteren dat je de meest chantabele mensen op de hoogste posities moet benoemen. Om er bijvoorbeeld zeker van te zijn dat vragen naar Amerikaanse betrokkenheid bij wasserettepraktijken naar behoren worden afgehandeld. En het nieuws over het Panamese sinkhole zich zoveel mogelijk beperkt tot Putin, Xi, Cameron, Gunnlaugsson, een stel buitenlandse financiële instellingen en een paar voetballers. Verder nog vragen? Geen vragen. Stay tuned.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
07 mei 2016
Panama capers