Skip to main content

Lubbers en de muzelmannenbom (008)

26 maart 2017

woensdag 5 oktober-2005
Niet lang na zijn gedetailleerde brief aan Lubbers dd. 20 januari 1985 kwamen de in het geweer geroepen speurneuzen erachter dat Mitric wel een nucleaire klok had horen luiden maar niet precies wist waar de klepel hing. Dat was voldoende om de stormvlag te strijken en over te gaan tot damagecontrol. Oftewel het uitschakelen van loose cannon Mitric. Bijvoorbeeld tijdens het hoger beroep dat de woedende karateka had aangetekend in een zaak die door drie vrouwen tegen hem was aangespannen wegens verkrachting. Opmerkelijk detail: een van de vrouwen was de voormalige echtgenote van Mitric’ tipgever in de uranium-affaire.
De ex-agent van Tito ontkende de beschuldigingen met verve en beweerde dat het om een complot ging dat van overheidswege was geëntameerd om hem achter het gaas te houden en het hem op die manier onmogelijk te maken iets over de uranium-affaire naar buiten te boeren. Het was daarom niet verwonderlijk dat zijn toenmalige verdediger mr. H.C.W.F. Meijer in september van dat jaar probeerde om een paar figuren op de getuigenlijst te wurmen die niet direct te maken hadden met de verkrachting van drie dames. Dat waren achtereenvolgens:

“drs. R.F.M. Lubbers, Lambertweg 4, Rotterdam.
Deze kan verklaren dat hij in zijn hoedanigheid van minister-president in of omstreeks december 1983 opdracht heeft gegeven aan de onder het Ministerie van Algemene Zaken ressorterende Inlichtingendienst Buitenland contact te leggen met de heer S. Mitric, dat hij dit contact in persoon is blijven volgen, dat hij tevens opdracht gaf een onderzoek uit te voeren omtrent de persoon van S. Mitric, dat zijn Ministerie van Algemene Zaken op grond van de resultaten van dit onderzoek de overtuiging heeft gekregen dat door S. Mitric voornoemd geen verkrachtingen zijn gepleegd en dat hij vervolgens in of omstreeks januari 1985 via F. Giesberts opnieuw contact opnam met S.Mitric;

Mansfield (voorletters onbekend), althans een persoon die deze naam als de zijne gebruikt, p/a Directie Inlichtingendienst Buitenland, Plein 20, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat hij van drs. R.F.M. Lubbers, genoemd sub a, opdracht kreeg een onderzoek in te stellen naar de diefstal van een hoeveelheid plutonium, dat hij daartoe contact opnam met S.Mitric en vervolgens met hem veelvuldig contact gehad heeft over deze affaire, dat hij met S. Mitric tot een soort van transactie kwam op grond waarvan hij S. Mitric onder andere geld, verkrijging van Nederlanderschap althans van een vluchtelingenpaspoort, een garantie tegen uitwijzing uit het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, bescherming van S.Mitric tegen mogelijke represailles en een onderzoek ten gronde naar de tegen S. Mitric ingebrachte aangiften van gedane verkrachtingen heeft toegezegd;

Drs. J.P. Kieboom, Zeekant 99f, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat hij in of omstreeks de maanden november en december 1983 namens S.Mitric is benaderd, dat hij vervolgens contact legde met drs. R.F.M. Lubbers, dat laatstgenoemde op advies van Kieboom op voorstellen van Mitric inging en dat de Nederlandse regering een bedrag van 300.000.000 Westduitse marken leende aan de Palestiijnse Hassan Sabaidi.

Mr. F.G.J. van Os, Barnsteenhorst 370, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat en waarom hij poogde op de toenmalige raadsman van S.Mitric, mr. L.D.H. Hamer, op onrechtmatige wijze druk uit te oefenen, waarom hij drs. R.F.M Lubbers adviseerde geen afspraken met S.Mitric te maken, dat hij zei te kunnen bewijzen dat S.Mitric beweringen doet in strijd met de waarheid, dat hij opdracht gaf tot liquidatie van S.Mitric in het Huis van Bewaring te Leeuwarden en dat hij S.Mitric een verkrachter noemde;

Mr. H.W. van Hylkema, Prinses Margrietlaan 17, Voorburg.
Deze kan verklaren dat hij drs. R.F.M. Lubbers adviseerde geen contacten met S.Mitric te onderhouden, dat hij wist dat S.Mitric een verkrachter is - of, indien hij dit niet wist dat en waarom hij dit niettemin gezegd heeft - en dat hij opdracht gaf tot liquidatie van S. Mitric in het Huis van Bewaring te Leeuwarden;

Mr. G.P.H. van Doeveren, Norgstraat 67, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat hij in of omstreeks augustus 1983 de gedetineerde H. de Wolf in vrijheid liet stellen en waarom hij dit deed, dat hij drs. R.F.M. Lubbers adviseerde ervan uit te gaan dat S.Mitric liegt en dat de hoeveelheden uranium en plutonium waar Mitric het over heeft “waardeloos spul” zijn, dat hij S.Mitric een verkrachter noemde en naar alle waarschijnlijkheid dat hij vrouwen ertoe aanzette om tegen S.Mitric aangifte van verkrachting te doen
”.

Hoewel voor Mitric blijkbaar plutonium en uranium één en hetzelfde is blijft er voldoende stof over om je stevig achter de flappers te krabben. Opdracht tot liquidatie? Een raadselachtige lening aan Hassan Sabaidi? Wat was dat allemaal?
Uiteraard zou je haast zeggen werden bovenstaande getuigen niet opgeroepen. Volgens de president van de rechtbank Wedeven en procureur generaal Ficq hadden ze geen mallemoer te maken met de verkrachtingszaak. Ondanks het wegblijven van de door hem gewenste hoge mieters probeerde Mitric tijdens de zittingen wel degelijk om de uranium-zaak toch te verbinden met de verkrachtingsaffaire. Vergeefs. Hij verloor de zaak en bleef achter het gaas. Wat niet wil zeggen dat van die uraniumzaak niets overbleef en dat het inderdaad ging om “waardeloos spul”. Stay tuned.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
26 maart 2017
Lubbers en de muzelmannenbom