Skip to main content

Hardhout met een luchtje (002)

07 januari 2018

Midden jaren zeventig verwierf John Hull, een rancher uit de Amerikaanse staat Indiana, voor een appel en een ei en met wat geld van een aantal investeerders stukken land in het noorden van Costa Rica. Hij liet links en rechts op zijn land airstrips aanleggen en op een ervan een flinke farm. Het grote zagen kon beginnen en aan die situatie veranderde niets toen in 1979 dictator Somosa door de Sandinistische rebellen aan de kant werd gezet. Twee jaar later nam het duo Ronald Reagan/George Bush het roer van Jimmy Carter over in het Witte Huis. Het duurde niet lang of Hull werd een uiterst belangrijke 'asset' bij de opbouw en de bewapening van een Nicaraguaans guerilla-leger in het noorden van Costa Rica, dat moest dienen om een einde te maken aan het linkse bewind van de Sandinista's. Omdat het Amerikaanse Congres tegen militaire inmenging in Nicaragua was trok Bush een geheime operatie van de grond. Daarbij werden onofficieel Amerikaanse tussenpersonen ingezet die op grote schaal cocaïne aankochten van het Medellin-kartel. Een van hen was de later vermoorde Barry Seal. Carlos Lehder, een van de kopstukken van het kartel, droeg verantwoordelijkheid voor de operatie aan Colombiaanse zijde. Hij werd, nadat eind 1986 de Iran/Contra-affaire aan het licht was gekomen, het jaar daarop gearresteerd en zou zich nog steeds in Amerikaanse gevangenschap bevinden.
Op de airstrips van Hull's ranch werd het tot eind 1986 een va-et-vient van kleine vliegtuigjes. Uit de VS werden wapens en geld aangevoerd, uit Colombia cocaïne. De coke verdween richting VS en kwam in het circuit terecht, de wapens naar de guerilla's, het geld naar Colombia. En alles onder het toeziend oog van lieden uit het netwerk van oud-CIA direkteur en toenmalig vice-president George Bush.
In 1983 vroegen Hull en twee partners in het kwaad een lening van 375 duizend dollar aan bij de OPIC. Een Amerikaans regeringsbureau dat particulieren financieel bijstaat bij investeringen in ontwikkelingslanden. De lening was bestemd voor de bouw van een fabriek op Hull's grondgebied waar kruiwagens en bijlstelen zouden worden geproduceerd. Een paar jaar later bleek die fabriek echter een fata morgana en het geld foetsie. Bij nader onderzoek bleek het rechtstreeks in de pocket van Hull terecht te zijn gekomen. Ondanks de geheime steun aan Hull vanuit het Witte Huis kreeg het recht wat dit betreft toch enigszins zijn loop. De OPIC onteigende een deel van Hull's bezittingen in Costa Rica en verkocht het in 1987 aan een Amerikaanse investeringsbank die er een teakplantage op wilde aanleggen. Een idee dat in die tijd ook was opgekomen in het hoofd van een ondernemende Nederlandse bloemenboer. Wordt vervolgd.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
07 januari 2018
Hardhout met een luchtje