Hahaha (002)
In de jaren zeventig “leende” Silvio Berlusconi van een tot aan de dag van vandaag onbekend gebleven Italiaanse bouwondernemer een paar miljoen voor het weven van zijn eerste netwerk van zo’n 34 echte bedrijfjes en facades. Vrijwel direct na de installatie werd in dat netwerk met in het midden Berlusconi’s financieringsmaatschappij Fininvest in hoog tempo een bedrag van rond de 250 miljoen euro van duistere herkomst rondgepompt. Het zou afkomstig zijn geweest van de Siciliaanse mafia met wie Silvio in contact zou zijn gebracht door Marcello dell’Utri, een Siciliaanse zakenman. Marcello en Silvio werden vrienden voor het leven.
Dankzij zijn lidmaatschap van de loge P2 was het verkrijgen van enorme bankkredieten voor Silvio verder een fluitje van een lire en eind jaren zeventig maakte hij zijn entree in de mediawereld. Met alle gevolgen die we nu kennen. Uiteraard hield de huidige Italiaanse premier bij zijn opmars naar zowel de zakelijke als politieke top zijn handen niet schoon. En maakte vijanden. Maar Dell’Utri zorgde ervoor dat Silvio en niet te vergeten diens broer en stand-in Paolo buiten schot bleven. Soms letterlijk. Zo huurde hij een tuinman annex stalknecht in die bij Berlusconi thuis meer in de gaten hield dan de hoofdstellen en de tuinkabouters. Hij behoorde tot het corps killers van de mafia en belandde uiteindelijk door wat slordig opereren in de bajes. Dell’Utri werd overigens voor zijn diensten altijd keurig beloond door zijn steeds machtiger wordende vriend. In zijn hoogtijdagen rond vier miljoen euro per jaar. Maar of hij daarom zat te springen is twijfelachtig. Volgens de in 1992 vermoorde onderzoeksrechter Borsellino waren er namelijk sterke aanwijzingen dat Dell’Utri ook wat slordige duiten verdiende aan de drugshandel.
Begin jaren negentig begon het beschermende politieke schild rond Berlusconi scheurtjes te vertonen. Hij verdedigde vooruit en ging zelf de politiek in. En Dell’Utri volgde hem. Via deze move waren zij tot nu toe in staat om alle aanvallen op hun positie van de zijde van het gerecht met allerlei trucs te pareren. Onderwijl paste Paolo op de winkel en legde in dat kader contact met de Nederlandse zakenlieden René Coltof en Willem Endstra (zie aflevering 1). Met deze niet van mafiageuren vrije Italian Connection traden de twee vastgoedondernemers in de voetsporen van de legendarische koning van de Amsterdamse Wallen “Zwarte Joop” de Vries. Wiens rijk later werd overgenomen door een conglomeraat waarbinnen Endstra’s zakenpartner Willem Holleeder nog steeds een niet uit wissen rol speelt. Voor de zegening van hun Italiaanse initiatief brachten Paolo, Willem en René zelfs een ontroerend bezoekje aan de Paus. Coltof vanuit zijn Rolls Royce: “Dat soort mensen checkt echt wel met wie ze zaken doen... Hahahaha”. Zijn wij nou zo dom of is hij nou zo slim?