Skip to main content
  • Archivaris
  • 427

Verzet tegen dwangarbeid

In Kleintje 425 stond het artikel "Kleerhangers sorteren of creperen". Daarin bekritiseerde freelance journalist Louis van Overbeek de zogenoemde "Work First" projecten her en der in het land waar 'uitkeringsgerechtigden' onder druk van het verliezen van hun bijstandsuitkering gedwongen worden om te werken. Hij riep aan het eind van dat artikel juristen op om gedupeerden van deze repressie bij te staan in een eventuele juridische procedure richting het Europese Hof aangezien deze "dwangarbeid" volgens Europees recht strafbaar is. Inmiddels is er een jurist opgestaan (Mr. A. van Deurzen) die voor een cliënt uit Arnhem een proefproces begonnen. In 's-Hertogenbosch staan deze dwangmaatregelen bekend onder de term "verlonen van de uitkering".

Vanaf begin dit jaar kreeg ook ik te maken met toenemende repressie vanuit de gemeentelijke sociale dienst. Na jaren lang betrekkelijke ontspanning in de relatie tussen mij en diezelfde dienst ontvlamde er een discussie over mijn uitkering. Ik beschouw mijn jarenlange werkzaamheden aan Kleintje Muurkrant, Documentatiecentrum De Stelling, Konfrontatie en nog een stel andere zaken als regulier werk alhoewel ik daarvoor geen inkomsten verwerf. Ik beschouw en definieer kortgezegd mijn uitkering - en deze kwestie loopt nu al heel veel jaren - als een "basisinkomen" en heb op grond van deze en andere in het verleden aangegane discussies ook volledige vrijstelling ontvangen van arbeidsverplichtingen, zoals de sollicitatieplicht. Mijn uitkering definiëren als "basisloon" is echter ongeveer hetzelfde als hardop vloeken tijdens een pontificale hoogmis in de Bossche SintJanskathedraal. Sinds de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WBB) in 2004 is de gemeentelijke repressie fors toegenomen (op zich logisch want de gemeenten financieren nu vrijwel alles van de WBB en tot die tijd kwam vrijwel al het geld vanuit de landelijke overheid) dus ook ik werd geconfronteerd met dwangmaatregelen om mij "aan de betaalde arbeid te krijgen". Heb me daar middels een beroepsprocedure nog tegen verzet maar dat was bij voorbaat kansloos omdat de gezichten bij de Sociale Dienst allemaal dezelfde kant opstonden, zeker nadat ik in De Volkskrant mijn mond hierover had opengedaan, "liever baanloos dan een loze baan" (1). Uiteraard had ik deze toenemende moeilijkheden zien aankomen en was een tijd geleden begonnen met het uitbouwen van mijn hobby (glas in loodramen maken) tot serieuzer werk en een eventuele kleine onderneming. Ik ben daar nu afrondend mee bezig. Maar een aantal gemeentelijke Sociale Dienst ambtenaren waar ik mee van doen heb gunden me die "ontsnapping" aan de repressie niet en kondigden aan dat ik in een traject terecht zou komen bij een van de vele reïntegratiebedrijven die in DenBosch actief zijn. Ik heb dat bij voorbaat geweigerd aangezien ik de weg naar een eigen glasinlood-bedrijfje (2) realistischer vond en tegelijkertijd niets te maken wilde hebben met reïntegratiebedrijven die ik beschouw als koppelbazen en uitbuitbureaus. Ik vind het een groffe schande dat er vele miljoenen euro's uit de sociale zekerheidskas terecht komen bij geprivatiseerde reïntegratiebedrijven waarbij totaal onbekend is welk rendement daaruit voortkomt. Het is net als met die jarenlange gesubsidieerde arbeid -zoals de banenpool en melkertbanen- waarvan niemand weet hoeveel geld er over de balk is gesmeten. Natuurlijk pakt het voor heel wat mensen prima uit en is het een opstapje naar een betaalde baan maar voor velen is het een pure repressie-maatregel, bedoeld om mensen uit de uitkering te jagen. Na een ruzie-achtige discussie over dit onderwerp met een "case-manager" van de gemeentelijke sociale dienst werd ik opgeroepen om binnen een paar dagen een arbeidsovereenkomst te tekenen met SaGenn, een in Zwijndrecht gevestigd reïntegratiebedrijf dat in DenBosch stevige grond onder de voeten heeft. Ik moest me melden in een fabriekshal aan de Parallelweg in DenBosch en na een inleiding van de "unit-manager" moest ik een arbeidsovereenkomst met SaGenn tekenen. Aangezien ik de week daarop echter serieuze gesprekken zou hebben met een gemeenteambtenaar over mijn concrete plannen ten aanzien van een eigen bedrijfje weigerde ik die arbeidsovereenkomst te tekenen en na nog wat herhaalde oproepen en dwangmaatregelen besloot de case-manager mijn uitkering voor de afgelopen maand september met 100 procent te korten. Uiteraard ga ik hiertegen in beroep bij commissie en rechtbank want wat is er met die "verloning van de uitkering" aan de hand? Je wordt gedwongen tewerkgesteld middels een arbeidsovereenkomst met bijvoorbeeld SaGenn. Dat bedrijf koopt werk in en jij moet veertig uren in de week dat werk doen en je uitkering heet dan plots "salaris". Het werk kan uit van alles en nog wat bestaan - zo kun je worden uitgeleend aan bedrijven in de buurt zoals de Brabanthallen als daar toevallig arbeidskrachten nodig zijn maar meestal bestaat het uit zogenoemd in- en ompakwerkzaamheden. Neem het voorbeeld van een fabriek waar iemand een paar dagen staat te slapen en er dan achter komt dat de schroefjes in een verkeerd doosje zitten ingepakt. Wat te doen? Je verkoopt tegen een relatief laag bedrag die pallets met verkeerd ingepakte schroefjes aan SaGenn en dit "reïntegratiebedrijf" zet die dozen in een hal aan de Parallelweg en via de Bossche Sociale Dienst komen daar goedkope arbeidskrachten al die schroefjes in een ander doosje ompakken. En dan verkoopt SaGenn die partij correct ingepakte schroefjes weer terug aan die fabriek waar iemand had staan slapen. Een driedubbele win-win situatie dus. Behalve dan voor de voormalige uitkeringsgerechtigde. Want die denkt na een paar weken werken in die fabriekshal: hé, ben ik daar even gek geworden. Sta ik hier veertig uur in de week doosjes om te pakken en dan "verdien" ik niet eens het minimum-loon? Houdoe en bedankt, ik zal ergens anders moeten gaan werken -al zijn er allerlei problemen- want dan verdien ik in ieder geval mijn minimum-loon. En laat dit werken bij SaGenn - in feite dus koppelbaas-werk - nu ook nog eens de definitie van dwangarbeid zijn! Je mag helemaal niet onder druk van intrekking van je uitkering tewerkgesteld worden! En al helemaal niet tegen een "salaris" onder het minimum-loon! Dat staat allemaal netjes verwoordt in allerlei Europese wetgeving (3). Blijkbaar heeft Nederland, en de Bossche Sociale Dienst hier niks mee te maken. En daarom ben ik in beroep gegaan en zal ook bij de rechtbank in beroep gaan en hoop ik dat die hierboven genoemde advocaat met die cliënt uit Arnhem ook succes zal hebben. Zodat die repressie-activiteiten van de Sociale Dienst via koppelbaas SaGenn aan de Parallelweg in DenBosch gestopt kunnen worden.

noten:
1. Er staan een aantal overwegingen en artikelen over dit onderwerp gebundeld op de website www.stelling.nl/divers/VKbaanloos.html
2. www.glaslicht.nl
3. Ik zie deze vorm van arbeidsverplichting - zeker nu mijn WWB-uitkering voor een maand is afgepakt, als "dwangarbeid", hetgeen in strijd is met de artikelen 4 en 23 van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, artikel 8 lid 1 en lid 2 sub a IVBPR, artikel 4 EVRM alsmede artikel 12 jo. 13 ESH. Immers al deze artikelen verbieden in een of andere vorm dwangarbeid en respecteren de keuze op een vrije arbeidskeuze. Dit laatste recht is overigens ook in de Nederlandse Grondwet vastgelegd. Ook in de visie van de Europese Commissie is sprake van dwangarbeid: "First, that the work or service is performed by the worker against his will and, secondly, that the requirement that the work or service be performed is unjust or oppressive or the work or service itself involves avoidable hardship" (Van Dijk/Van Hoof: "Theory and Practice of the European Convention of Human Rights", 1998 pag. 336)

Dit bericht is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 427, 5 oktober 2007