Skip to main content
  • Archivaris
  • 365

Beleidsverontreiniging

In het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw besloot de wetenschap vrijwillig de toepassing van genetische modificatie op te schorten tot regels voor veilig werken waren opgesteld die het ontstaan van mogelijk schadelijke organismen moesten voorkomen. Door dit moratorium heeft de wetenschap zelf de geest uit de fles gehaald en in de publieke opinie is genetische modificatie daarom altijd omstreden gebleven. In die afgelopen 25 jaar is geen enkel schadelijk effect gebleken, ondanks de talrijke toepassingen.

door Huub Schellekens

In Nederland vertaalt deze onrust zich vaak in publieksdebatten, zoals over het voorspellend genetisch onderzoek en xenotransplantatie, die overigens nooit echt bij het publiek zijn aangeslagen. Het laatste debat ging over "genen en voedsel" en stond onder leiding van Jan Terlouw. Eindelijk een onderwerp dat een publieksdebat waardig was. Terlouw is onlangs met zijn conclusies gekomen, net op tijd voor de debatten in de Tweede Kamer over biotechnologie. Voor wie de discussie over voedsel en biotechnologie in Nederland heeft gevolgd, komt de commissie-Terlouw met weinig verrassingen. Sommige aanbevelingen zijn niet nieuw, zoals die over het belang van etikettering. Andere lijken overbodig, zoals de instelling van een nationale en Europese voedselautoriteit als toezichthouders op veilig voedsel. In alle verkiezingsprogramma's wordt immers de komst van deze agentschappen al bepleit. Als regisseur en vertaler van het publieke debat krijgt Terlouw een ruime voldoende. De commissie doet echter ook een aantal eigen aanbevelingen gebaseerd op hààr interpretatie van de wetenschappelijke stand van zaken. De onderbouwing van deze standpunten ontbreekt grotendeels, maar dat weerhoudt Terlouw niet van soms verregaande conclusies.

Het is niet niks ook de verbouw van genetische gewassen in de ban te doen, omdat "genetische vervuiling" -overdracht van ongewenste genetische informatie naar de wilde flora en fauna- niet uit te sluiten is in een klein land als het onze. Bovendien als hier gemodificeerde gewassen worden toegelaten, zal het onmogelijk blijken conventionele landbouw van zulke overdracht vrij te houden, vreest de commissie, zonder uit te leggen waarom.
Tegen beide beweringen is het nodige in te brengen. Onbedoelde vermengingen van conventionele en genetisch veranderde voedselproducten hebben tot nu toe enkel plaatsgevonden tijdens opslag, verwerking of distributie en nooit tijdens de teelt. Een onlangs gemelde genetische verontreiniging van wilde maïs in Mexico met stukjes gemodificeerd DNA was afkomstig van een genetisch veranderde soortgenoot, die in dat land helemaal niet wordt geteeld. Die overdracht is kennelijk over zeer grote afstand gebeurd. Als het advies van Terlouw wordt gevolgd, is het gedaan met iedere teelt van een genetisch gemodificeerd gewas, omdat een ecologisch effect nooit is uit te sluiten. Desalniettemin adviseert dezelfde commissie al bij kleine veldproeven de milieu-effecten te meten. Dat zal lang zoeken worden, temeer omdat ecologische effecten na jaren pas zichtbaar kunnen worden. Terlouw zit met dit soort adviezen in het vaarwater van de Commissie GEnetische Modificatie (Cogem), de vaste overheidsadviseur over de gevolgen voor mens en milieu van genetisch modificatie. De Cogem verwaarloost volgens Terlouw het ecologisch probleem en is bovendien samengesteld uit belangstellenden en daarom bevooroordeeld. De commissie-Terlouw neemt echter wèl het advies aangaande het testen van voedingsmiddelen over van het instituut dat niet alleen belangen heeft bij de testontwikkeling, maar ook bij de beleidsvorming, het opstellen van de regels en de controle daarop. Een vorm van beleidsverontreiniging, die op den duur schadelijker zal blijken dan de genetische verontreiniging die Terlouw vreest.

Wie geïnteresseerd is in deze materie kan gratis het rapport van de commissie Jan Terlouw toegezonden krijgen. De volledige titel is: "Commissie Publiek Debat Biotechnologie en Voedsel". Aan te vragen bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Het rapport staat ook op internet-adres www.etenengenen.nl

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 365, 1 maart 2002