Skip to main content
  • Archivaris
  • 327

Beursfraude (007)

Een uitgebreide selectie van professionele snuffelaars onder leiding van Officier van Justitie Henk de Graaff is nog steeds bezig met het blootleggen van een netwerk van lepe spaarders die zich zeker zo'n 25 jaar lang via de Zwitserse weg illegaal hebben verrijkt (zie ook "de tweeduizend van Mertens" in Kleintje Muurkrant 319).

door Jan Portein

Dat gebeurt in redelijke stilte. Toch valt uit het weinige dat langs de vertrouwde routes naar de pers is gedirigeerd op te maken, dat De Graaff's speurneuzen veel aandacht besteden aan een sterk met Nederland gelieerde Zwitserse bank en een nauw daarmee verbonden associé op het terrein van beleggingen: Bank Cantrade en Experta.

De Bank
Voordat professor Arnold Heertje - na zelf jarenlang vele smakelijke vorkjes te hebben meegeprikt uit de vleespotten van de bevriende beursbengels - zichzelf plotseling als een Deep Throat ex machina bij De Graaff presenteerde en de officier wees op de rol die beide Zwitserse instellingen bij de geruchtmakende beursfraude hadden gespeeld, waren her en der hun namen al gevallen. Zonder dat dat merkwaardigerwijs ergens in publicitair Nederland een Aha-erlebnis teweegbracht.

Een paar voorbeelden met betrekking tot Cantrade:
1. Toen eind 1990 het justitiële onderzoek naar de rol van de Femisbank bij het onderbrengen van avontuurlijk bijeen vergaard geld rigoureuze vormen begon aan te nemen, deed de Utrechtse vrije ondernemer Ronnie Galiart op 29 december van dat jaar een vergeefse poging om bij de bank 17,5 miljoen gulden los te peuteren. Die stond daar geparkeerd achter een coderekening. Op 4 januari 1991 kwam Galiart terug met zijn raadsman, mr. Bob van der Goen. Een advocaat die samen met een telg uit de familie Van Zinnicq Bergmann (een familie die warme relaties met Paleis Soestdijk onderhoudt) een prestigieus kantoor in Soest runde met filialen in Londen en Zürich. Na wat licht onwelvoeglijke aandrang werd het bedragje door een Femis-employé alsnog overgemaakt naar de NMB. Tijdens een gerechtelijk vooronderzoek bleek het door Galiart en Femis beheerde kapitaal toe te behoren aan de bekende Surinaamse rijst- en houthandelaar Shyam Guptar, werd het door het Openbaar Ministerie als drugsgeld aangemerkt en waarde zoals gebruikelijk in dit soort gevallen de geest van Desi door de dossiers. Hoe dit ook zij, Van der Goen zorgde er na intensief driehoeksoverleg met zijn collega Oscar Hammerstein van advocatenkantoor Boekel de Neree en accountant Rob Boon van Deloitte en Touche voor dat Guptar's florijnen alsnog veilig werden opgeborgen. Via Luxemburg kwamen zij terecht bij de Bank Cantrade. Van daaruit werden zij dan eind januari verder geëxpedieerd naar een rekening bij een Zwitserse hypotheekbank. Geruime tijd later slaagde een hijgende Vrouwe Justitia er echter in om de Surinaamse miljoenen toch nog te achterhalen. In het strafproces dat volgde wisten de twee advocaten zichzelf vrij te pleiten. De accountant ging voor het luik.

2. Na de fusie tussen de Nederlandse Middenstandsbank en de Postbank eind 1989 ontspon zich binnen de leiding van het bedrijf een kleurrijke machtsstrijd tussen de NMB- en Postbank-fracties. In de herfst van 1992 was het pleit beslecht ten gunste van de Postbankboys onder leiding van Godfried van der Lugt, de huidige topman van de ING. Na diens overwinning barstten de min of meer te verwachten roddels over hem los. Een daarvan is in deze context interessant. Volgens dit verhaal zou Van der Lugt namelijk in zijn pre-Postbankperiode, toen hij carrière maakte bij de door zijn vader bestierde Nederlandse Crediet Bank, persoonlijk zwart geld-transporten naar het land van Milka en horloges hebben begeleid. De rond zestig miljoen gulden die daar uiteindelijk mee gemoeid waren zouden deels hebben toebehoord aan "een beruchte Amsterdamse onroerendgoedhandelaar" (zie Groene Amsterdammer 26 juli 1995). Goede kandidaten voor die kwalificatie waren zowel Ronnie van der Putte als "ome" Jaap Kroonenberg, die toen beiden grote zaken deden met Mavic Financieringen BV, een dochterbedrijf van de NCB. Het zwarte geld zou gedeponeerd zijn op het hoofdkantoor van de Bank Cantrade in Zürich. Als een cruciale bron het niet op het laatste moment had laten afweten zou deze geschiedenis de kolommen van de Volkskrant hebben gehaald. Nu bleef zij helaas apocrief. Maar het is wel saillant dat in dit verband de naam van Cantrade viel. Kennelijk werd die in dit milieu geassocieerd met een wasserette.

3. In de jaren tachtig ontwikkelde zich in de financiële wereld van Australië een bittere strijd om de macht tussen twee beursgiganten: Robert Holmes a Court en "comin' man" John Dorman Elliott. De laatste was op het overnamepad en kwam daarbij binnen de invloedssfeer van Holmes a Court. Elliott gebruikte bij zijn veldtocht op zijn minst ongebruikelijke en volgens het Openbaar Ministerie zelfs ongeoorloofde middelen. De in Nederland sedert de werkzaamheden van de commissie Van Traa gemeengoed geworden begrippen als personeelsopties en preferente aandelen kregen via de pers ook "down under" een bekende klank. Het O.M. zocht na de vrede brengende samensmelting van Elliott's onderneming Elders met Holmes a Court's BHP 10 jaar lang naar de adders onder Elliot's gras. Er bestond namelijk een sterk vermoeden dat Elliott een gedeelte van de financieringsgelden voor een wat duur uitgevallen bedrijfsovername in 1984 en voor de uiteindelijke fusie met BHP in 1988 in eigen zak gestoken had. Vooral de listig buiten zicht gemanoeuvreerde aandelen van de naar Nederlands recht gestichte dochteronderneming Elders NV, die 18 procent van het aandelenkapitaal van de moedermaatschappij controleerde, prikkelde de nieuwsgierigheid van het O.M. Op het oog had een zakenconglomeraat, waarvan notabene het Internationale Rode Kruis de belangrijkste component vormde, recht op het leeuwendeel van het jaarlijkse dividend. Maar de Australische onderzoekers kwamen tot het besef dat het om een façade ging waarachter zich de werkelijke eigenaren moesten schuilhouden. En zij gingen dus te rade bij de bank die voor de verdwijntruc had gezorgd en zowel van hoed als rand wist: Bank Cantrade. De bank - in de persoon van Gerrit van Riemsdijk - bezwoer dat Elliott en zijn naaste medewerkers niet de eigenaren waren van het aandelenpakket Elders NV., maar weigerde te openbaren wie dan wel. Zwitsers bankgeheim. Einde verhaal. Het Australische O.M. wierp niet zo lang geleden de handdoek in de ring. Een kostbare speurtocht van tien jaar kwam daarmee ten einde. Elliott ging vrijuit.

De Associé
Dan een paar voorbeelden van Experta's duistere praktijken:
1. Deze inmiddels in verschillende compartimenten verdeelde vermogensbeheerder verspreidde al in de jaren zeventig de geur van W.C. Duck door haar betrokkenheid bij de illegale gok activiteiten van "Zwarte Joop" de Vries, de koning van de Amsterdamse Wallen. De Vries, die bankierde bij Slavenburg, kreeg vanaf 1973 voor de organisatie en het sluizen van de winsten daarvan assistentie van de financiële top van de Amerikaanse mafia: Meyer Lanski en diens eerste luitenant Dino Cellini. Experta handelde "ten faveure van Nederlanders van wie de namen nooit naar buiten werden gebracht". Ook binnen dit met de mafia verbonden illegale gokwezen (zie "Sasea: la filiere hollandaise" in Celsius, september 1989). Zoals bekend maakte Lanski om de miljoenen van zijn organisatie in Zwitserland wit te wassen gebruik van hetzelfde financiële circuit dat voor Victor Baarn cs. een paar Lockheed-douceurtjes in veiligheid bracht en midden 1974 de verkoop van ZKH's pittoreske kasteeltje Warmelo regelde. Bij dit laatste was ook oud-KLM directeur J.A. Ritmeester van der Kamp actief. Hij werd in 1976 tot voorzitter van de toen in het leven geroepen Stichting Raad voor de Casinospelen benoemd. Al spoedig na het openen van de eerste officiële casino's onder Van der Kamp's toezicht gonsde het van de geruchten. De winsten zouden systematisch worden afgeroomd ("skim-money") en naar Zwitserland worden gesluisd. Toen één van de betrokkenen tegenover De Telegraaf over deze materie uit de school had geklapt kreeg hij een leuke baan op de Antillen. Na onderling overleg met de top van de officiële gokbranche zag de krant af van publikatie. Het is de vraag in hoeverre er verband bestaat tussen bovenstaande gebeurtenissen en de arrestatie eind vorig jaar van Theo van Keulen, een voormalig topman van Holland Casino. Hij werd beschuldigd van het op grote schaal ontduiken van belasting via de Zwitserse weg en is inmiddels veroordeeld.

2. In 1988 ontwikkelde zich in Frankrijk een beursschandaal met de kracht van een tornado. Vooral omdat in het centrum ervan een aantal intieme vrienden van president Mitterrand opdook, onder wie de toenmalige minister van Financiën en latere premier Pierre Beregovoy, diens vriend Roger-Patrice Pelat en de nestor van de Franse Parti Socialiste, Max Theret. Zij waren vroegtijdig ervan op de hoogte geraakt, dat de aluminium-reus Pechiney (een Frans staatsbedrijf) in het geheim voorbereidingen trof voor de overname van de Amerikaanse verpakkingsonderneming Triangle American Can. Via een Zwitserse route verwierven zij samen met een paar andere beurshaaien voornamelijk op Wallstreet flinke pakketten aandelen van het Amerikaanse bedrijf. Na de overname door Pechiney en het bekendmaken van het overnamebedrag schoten de aandelen Triangle omhoog en Mitterrand's musketiers haalden bekwaam hun winst uit voorkennis binnen. De Amerikaanse beurscontrolecommissie rook echter onraad en kon na een diepgaand onderzoek de plot goeddeels reconstrueren. Dat resulteerde onder andere tot een zich jarenlang voortslepend strafproces in Parijs met vrij pittige straffen aan het eind van de rit. Beregovoy zag de bui hangen en pleegde op 1 mei 1993 zelfmoord. Pelat was in maart 1989 al "normaal" overleden. De ook met mafiazetbaas Paretti in de slag zijnde Theret kreeg twee jaar voorwaardelijk aan zijn pantalon en een boete van 8 ton. Overigens was uit het Amerikaanse onderzoek eveneens gebleken, dat één van de Zwitserse financiële ondernemingen die deel uitmaakten van de plot Experta was geweest.

3. Na intensief wroeten zag Officier van Justitie De Graaff vorig jaar het licht en zond zijn knokploegen uit voor de arrestatie van meerdere beurscoryfeeën, die volgens hem jarenlang niet alleen de zakken van hun clientèle maar ook die van henzelf hadden gevuld via onoirbare praktijken. Eén van hen was de in het Zwitserse Chur gevestigde Dirk de Groot die aan fiscusallergie lijdende Nederlanders in staat stelde om anoniem hun zwarte geld op zijn zogenoemde Mississippi-rekeningen te stallen en desgewenst het gezellig te beleggen. Bij dat laatste werd regelmatig gebruik gemaakt van de diensten van Experta. Al dan niet via Han Vermeulen, een intieme zakenrelatie van De Groot. En gezien hun nauwe zakelijke verwevenheid met Vermeulen en De Groot is het meer dan waarschijnlijk dat ook de twee andere hoofdverdachten in de beursaffaire, Adri Strating en Eddie Swaab, van tijd tot tijd de Experta-route hebben gevolgd. De zich tegenwoordig in Zwitserland ophoudende Swaab kwam in 1988 al internationaal in het nieuws toen hij werd verdacht van aandelenhandel met voorkennis (zie het Pechineyonderzoek). In die tijd onderhield hij in stilte contact met een voor de Zwitserse Union Bank werkzame effectenhandelaar en met de Nederlands/Franse beleggingsreus Robeco. Hij telde onder zijn clientèle een paar Amerikaanse en Japanse banken en het niet onaanzienlijke Kuwait Investment Office. Daarnaast beheerde hij net als De Groot een stel anonieme "Grancourt"-rekeningen bij Vermeulens effectenkantoor Van Meer James Capel, een dochterbedrijf van de Hongkong and Shanghai Banking Corporation . De voorkennis-zaak rond Swaab was voor de HSBC aanleiding Vermeulen op te dragen de rekeningen van Grancourt af te sluiten.

Een doorkijkje
Bank Cantrade werd in de jaren zestig gesticht door de Nederlander Gerrit van Riemsdijk, die langdurig de functie van president-commissaris vervulde. Zijn zoon Dirk was vanaf midden jaren zeventig eveneens werkzaam binnen Cantrade en schopte het tot directeur. Tot zijn portefeuille behoorde vooral de Nederlandse clientèle van de bank. Er is dus reden om te veronderstellen, dat Dirk van Riemsdijk de eerder aangehaalde Van der Lugt-transporten verder heeft afgehandeld. Sinds 1989 bezat Bank Cantrade ook een dochteronderneming in Amsterdam, op het adres Westeinde 26. Op schootsafstand van Duitenberg's Fort Knox en van de Groene Amsterdammer. In de directie zaten ondermeer mr. Th.J.M. Stalenhoef, afkomstig van de Chase Manhattan Bank die Van der Lugt's Nederlandse Crediet Bank had opgeslorpt, de van de ABN/AMRO afkomstige mr. R.J.J.M. van Zinnicq Bergmann en Marten Godfried van Lanschot die tot eind jaren tachtig deel had uitgemaakt van de raad van bestuur van F. Van Lanschot Bankiers, het elitaire bankbedrijf uit Den Bosch met zijn nauwe banden met Philips en Paleis Soestdijk. In 1992 nam verzekeraar Delta Lloyd de Nederlandse Bank Cantrade over van het Zwitserse moederbedrijf. Begin november 1997 resulteerde dat in het bezoek van een groepje nieuwsgierige heren die namens OvJ De Graaff even in de boeken kwamen neuzen naar mogelijk kwalijk riekende effectentransacties uit het verleden. Dirk van Riemsdijk heeft Bank Cantrade inmiddels verlaten en maakt tegenwoordig deel uit van de leiding van de beheer- en investeringsonderneming Swisspartners Investment Network AG in Zürich. Samen met zijn oude Cantrade-collega Rainer Moser. Swisspartners is een voortzetting van Experta Verwalwaltung. Een nieuwe naam doet soms wonderen. Volgens een met de zaken van de erven Piet Derksen vertrouwde bron bemoeit Dirk van Riemsdijk zich in Nederland intensief met de beleggingsactiviteiten van Uni-Invest. Een beursgenoteerde onderneming met veel Levend Water in de kruipruimte. Eén van Van Riemsdijk's Swisspartners is Jan Willem van Lanschot, die in de presentatiefolder van het Zwitserse bedrijf tot de roerende ontboezeming komt dat helaas "de rendementen net als de bomen niet tot in de hemel groeien". Vooral niet als de wortels al rot zijn. Maar dat zei Jan Willem er niet bij. In de raad van toezicht van Swisspartners zit ondermeer een vertegenwoordiger uit de bedrijfsleiding van Experta BIL (Banque Internationale a Luxembourg) uit Zürich. Het kan nauwelijks toevallig zijn, dat OvJ De Graaff ook de directeur van Experta BIL, de autohandelaar Cor van Rooijen, een tijdje gratis onderdak heeft verleend in een keurig maar sober Nederlands staatshotel. Doel daarvan was ondermeer om Van Rooijen nader aan het gebit te voelen over zijn vermeende betrokkenheid bij de operaties van de beursbengels om Neerlands rijken een behaaglijk Zwitserlevengevoel te bezorgen. De lekkages uit het justitieel onderzoek naar de beursfraude hadden tot nu toe voornamelijk betrekking op de rol van een fors aantal vrije ondernemers en vertegenwoordigers van pensioenfondsen. Nu de speurhonden van OvJ De Graaff blijkbaar de lucht hebben opgesnoven van luitjes uit de "high society" zullen zonder twijfel loodgieters op pad zijn gestuurd om lekkages over "ons soort mensen" te voorkomen. Eens zien of De Graaff ballen heeft.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 327, 27 november 1998

Beursfraude