Skip to main content

woensdag 7 september-2005
Het veroorzaakte maar een rimpel in de msm (mainstream media). Lubbers’ uitspraak op 9 augustus van dit jaar dat de CIA van meet af aan op de hoogte was van de activiteiten van de Pakistaanse metallurg Abdul Qadeer Khan, de vader van de Pakistaanse atoombom. En dat de Agency er de voorkeur aan gaf hem zijn gang te laten gaan. Zogenaamd om zijn netwerk in kaart te kunnen brengen. Bullshit natuurlijk, maar goed. Nadat een paar luitjes van de huidige Balkenbende de ex-premier in wezen voor gaga verklaarden en Lubbers zelf niet met meer details kwam, verdween de story in de archieven. Ondanks het feit dat Ruud’s mededeling, waarop Krista van Velzen in de Tweede Kamer al had gepreludeerd, een formidabele impact had. Wij voelden ons eigenlijk knap belubberd en dat was niet voor het eerst.
We hebben namelijk al vaker gewezen op een andere nucleaire affaire waarmee de Kralingse womanizer te maken heeft gehad in zijn politieke carrière. In die context kreeg hij op de avond van 18 januari 1985 thuis bezoek van twee heren. Eén kende hij goed. Dat was Jos Kieboom, zijn eigen raadsadviseur. De ander kende hij niet. Het was een Rotterdammer, die als intermediair optrad voor de gedetineerde Slobodan Mitric, alias Karate Bob. Deze laatste had in de wandelgangen van de verschillende staatsinstituten die hij in de jaren tachtig successievelijk was doorgehobbeld verhalen horen fluisteren over een geheime nucleaire deal tussen een afvaardiging van het Nederlands bedrijfsleven en een gemêleerde delegatie uit het Midden-Oosten plus een daarmee gerelateerde diefstal van een forse partij uranium.
Mitric dacht te weten waar die uranium zich bevond en zocht via via contact met premier Lubbers. Die nam de zaak kennelijk zo serieus dat hij door Kieboom op 18 januari 1985 de al eerder genoemde ontmoeting met Mitric’ intermediair liet arrangeren. Daar rolde op 30 januari van de zijde van Mitric het volgende, door de intermediair onder woorden gebracht eisenpakket uit:

“Bij aflevering en accoordbevinding van het monster wordt de hechtenis van Mitric direct geschorst. Mitric en de door hem te benoemen personen worden dan direct verzocht te onderhandelen en hun eisen te formuleren aan de minister-president, Lubbers.
Alle door mij, X, aan Lubbers gestelde eisen t.w.

 

  • verblijfsvergunning Mitric
  • vrijwaring der betrokken tipgever
  • cautiestorting van het overeengekomen bedrag


worden op voorhand gerealiseerd.
Voor wat betreft het bijzijn van vertegenwoordigers van vreemde naties, daarop wordt niet ingegaan
”.

Niet misselijk dus, maar omdat de leverantie van het uranium-monster uitbleef werd uiteindelijk de hele zaak afgeblazen. Wat overigens niet wil zeggen dat de gestolen partij uranium niet bestond.
Het zou leuk zijn als Lubbers ook over deze affaire bij Argos of zo eens een boekje open doet.
Maar dan liefst van A tot Z. Anders blijven we raden.

  • Datum: .

vrijdag 9 september-2005
De intermediair (X) tussen toenmalig premier Lubbers en de gedetineerde Slobodan Mitric was niet toevallig gekozen. X was namelijk van meet af aan betrokken geweest bij de al eerder genoemde geheime onderhandelingen tussen de afvaardiging van het Nederlands bedrijfsleven en de club uit het Midden-Oosten over een nucleaire deal. En, een gelukkig detail, hij was op 4 augustus 1984 wegens een lullig akkefietje via een politiecel in Maassluis in het Huis van Bewaring in Rotjeknor terechtgekomen.
Na twee dagen kreeg hij bezoek van “rechercheur De Boer” die hem vroeg mee te willen werken aan een grote zaak die eraan stond te komen. Nou zat X daar toevallig toch, je verveelt je over het algemeen te pletter in de nor, dus hé waarom niet. Al een paar dagen daarna kreeg hij een nieuwe buurman, die vanuit de lieflijke petoet in Leeuwarden naar die van Rotterdam was overgeheveld. Mag u raaien wie dat was. Helemaal goed. Slobodan Mitric.
In de maanden daarna nam “Bob” Mitric zijn buurman in vertrouwen en vertelde hem dat hij bezig was met het in elkaar hangen van een deal met het Ministerie van Algemene Zaken. Hij wilde de nor uit in ruil voor het boven water tillen van een gestolen partij uranium. Zou X als intermediair willen optreden als ie weer buiten kwam? Nou, wilde X wel.
Twee dagen voor dat jaarlijkse gedoe over die stal in Bethlehem kwam X op vrije voeten. De eerste weken hoorde hij niks. Maar de eerste week van januari 1985 was nog niet om of hij kreeg een telefoontje. Of ie even bij Bob langs wilde gaan. Tuurlijk.
Volgens de licht geagiteerde Mitric was de zaak in een stroomversnelling gekomen en zou X worden benaderd door een paar luitjes die de deal over de streep moesten trekken. En jawel, diezelfde avond nog kreeg X telefoon. Een onbekende stem zei:
“Wij zijn de mensen waar Bob het vanmiddag over had. Wij willen even met je praten. Als je nu naar de hoek van de straat loopt, pikken we je daar op”. De intermediair schoot zijn jas aan, liep naar de hoek van de straat en stapte in een auto gevuld met twee gleufhoeden van Algemene Zaken. Na een kort ritje belandde het trio op de parkeerplaats van een restaurant en daar legden de jongens van AZ uit wat de bedoeling was. Of X wilde meewerken aan het oplossen van de zaak die Mitric had aangedragen. Nou zag X zijn geest meteen al weer zweven, want voor je het weet zit je opnieuw achter een kijkgaatje.
Maar AZ-ers staan bekend om hun overredingskracht en X ging aarzelend overstag. Hij werd netjes weer naar huis teruggebracht. Bij het roerende afscheid zei een van de gleufhoeden:
“Over twee uur word je gebeld”. En laat ie nou gelijk krijgen. Tegen twaalven ging bij X de telefoon: “Met Kieboom. Als u morgenochtend naar de Erasmus universiteit gaat kunt u me vinden op de eerste verdieping. Bij de bookshop van Donner. Daar praten we dan even verder”.
Lekker spannend hè? Het lijkt wel een film. Stay tuned.

  • Datum: .

maandag 12 september-2005
Mocht X, de intermediair van Slobodan Mitric, nog de nodige twijfels hebben gehad over de waterdichtheid van zijn afspraak met Jos Kieboom, dan werden die twijfels de volgende morgen volledig geëlimineerd. Hij trof Lubbers’ raadsadviseur inderdaad aan op de afgesproken plek: de bookshop van Donner, op de eerste verdieping van de Erasmus-universiteit. Of X op dat moment al wist wat voor functie Kieboom bekleedde is overigens de vraag.
Na wat obligaat geschuifel trokken de beide heren zich terug in een spreekkamer. Daar ontrolde X het eisenpakket van Mitric, dat in de voorafgaande periode herhaaldelijk was gewijzigd. Dit onder invloed van de in diens ogen trage verloop van de onderhandelingen.
Kieboom hoorde X geduldig aan en zei aan het einde van het gesprek: “Goed, ik weet het nu. Wacht nog even af. Ik bel je wel weer op en dan breng ik je naar iemand toe”.
Een paar dagen daarna, zaterdag 18 januari aan het eind van de middag, kreeg de intermediair Kieboom weer aan de lijn. Die vroeg hem of hij om zeven uur bij de Kralingse Golfclub wilde zijn. Daar zou hij X dan komen ophalen.
Keurig op tijd, zoals het hoort, ontmoetten de beide heren elkaar opnieuw. Dit keer op het parkeerterrein van de golfclub. Kieboom: “Nu zal ik je naar iemand toebrengen met wie je de zaak definitief kan regelen”. Ze reden door het betere gedeelte van Kralingen naar een flinke twee-onder-een-kap woning op de hoek van de Lambertweg en liepen in het donker over het tuinpad naar de voordeur die vrijwel meteen openzwaaide. Voor hij het wist stond X in een studeerkamer op de eerste verdieping. Samen met Kieboom. Een tel later maakte de bewoner van het huis zijn opwachting: Ruud Lubbers, de minister-president. En het gesprek nam een aanvang. Stay tuned.

  • Datum: .

dinsdag 13 september-2005
In wezen was het eisenpakket van Slobodan Mitric vrij eenvoudig: gratie na aflevering van een monster uranium, een verblijfsvergunning, vrijwaring van de oorspronkelijke tipgever en storting van drie miljoen dollar op een Zwitserse bank, waarvan 1 miljoen vooruit. Verder verzocht de intermediair aan Lubbers bij de Britten te sonderen of die mogelijkheden zagen om Mitric “over te nemen”. Zowel wat huisvesting betrof als eventuele werkzaamheden voor een van de Britse snuffelorganisaties. Mocht men dat in Londen zien zitten dan zag Mitric dat graag bevestigd via een versleutelde boodschap op de advertentiepagina van De Telegraaf.
Vond Lubbers niet meteen een leuk idee. Ook het voorstel om Mitric vervroegd vrij te laten in ruil voor inlichtingen viel bij hem niet meteen in het gleufje. Maar na enig aandringen zei hij met dichtgeknepen ogen:
“Ach daar hoef ik niet voor te zorgen. Maar ik ken misschien wel mensen die geïnteresseerd zijn in zijn kennis en die hebben macht genoeg om zijn toekomst veilig te stellen”.
Uiteindelijk ging Lubbers zelfs akkoord met het plaatsen van een advertentie in De Telegraaf als aan de wensen van Mitric kon worden voldaan. De tekst daarvan luidde:

“F. Giesberts moet plaats van Martin innemen. Sorry van halve joker. Dit was noodlottig voor hem. Het boek van 239 bladzijden wil de GROTE INDUSTRIEEL eerst lezen voor het definitief wordt uitgegeven. F. Giesberts heeft het halve aas al. De vazal van de Grote Industrieel heeft de andere helft. M.Amman en filmster, trouwens ook grote madam, zitten in de uitgeverscommissie. Maak je geen zorgen. Je was en blijft een eenling. Je vriend, Frank Waterfoort”.

Kryptisch, maar niet onbreekbaar. M.Amman stond voor de Israëlische militaire inlichtingendienst, de filmster voor president Reagan, de grote madam voor premier Thatcher en de Grote Industrieel voor Lubbers. Het boek van 239 bladzijden was “Nederland’s mafia” dat Mitric had geconcipieerd. Maar wie was Martin, die volgens de tekst blijkbaar kort tevoren het hoekje was omgegaan omdat ie in het bezit was van de halve joker?
Logischerwijs kon dat er maar één geweest zijn: de op 17 december 1984 vermoorde Martinus Fens. Alias “mooie Tinus”, de ongekroonde koning van de Haagse penose en de hoofdpersoon uit Mitric’ meesterwerk. Stay tuned.

  • Datum: .

zondag 18 september-2005
Zoals eerder in deze serie vermeld had Slobodan Mitric zijn kennis over de partij uranium die ergens rondzwierf, alsmede de nucleaire deal tussen een afvaardiging van het Nederlandse bedrijfsleven en een gemêleerd gezelschap uit het Midden-Oosten opgedaan bij zijn rondgang door een reeks penitentiaire instellingen. Maar vooral in Esserheem waar ook Tinus Fens, de grootvorst van de toenmalige Haagse penose, verbleef na een veroordeling wegens een gevalletje drugssmokkel.

In het vroege voorjaar van 1984 kwam “mooie Tinus” op vrije voeten. Blijkbaar vond niet iedereen dat dolletjes want in mei van dat jaar werd hij in het Haagse café “Petit Paris” al voor zijn klus geschoten door een paar jonge huurmoordenaars. Tinus was een taaie rakker. Hij overleefde de aanslag. Maar op 17 december luidde voor hem toch de klok. Een Noordafrikaan schoot hem van dichtbij door het achterhoofd.

Volgens krantenberichten uit die tijd was de schutter ingehuurd door twee andere toppers uit het Haagse wereldje: pornobaas “Henkie” Bartels en gok-expert Henk Rijstenbil. Tijdens de verhoren en het daaropvolgende proces ontkenden zowel de schutter als Rijstenbil alle beschuldigingen aan hun adres. Zij hadden alletwee geen moer met de moord te maken. Maar Bartels zong als prijskanarie. Gevolg: Bartels en Rijstenbil gingen voor lange tijd achter het gaas. De Noordafrikaan mocht vertrekken bij gebrek aan bewijs.

Een paar maanden na het vonnis werd Bartels wegens zijn broze gezondheid naar huis gestuurd. Dat bleek in Thailand te staan waar de niet zo piep meer zijnde ex-koning van de Haagse Geleenstraat nog vijf jaar de tijd doodde met een veel jongere tropische verrassing voordat hij naar hoger sferen verhuisde.

Vraag blijft of de dood van Tinus Fens inderdaad simpelweg voortvloeide uit een machtsstrijd tussen hem en het duo Bartels/Rijstenbil of dat er sprake was van een heel wat ingewikkelder scenario. Een scenario waarin de nucleaire kwestie waarmee Mitric zat te jokeren ook een rol speelde. Misschien een verlaat kluifje voor de verdediger van Rijstenbil, Gerard Spong. Stay tuned.

  • Datum: .

zondag 2 oktober-2005
Om druk op de ketel te houden stuurde Mitric na het bezoek van intermediair “Giesberts” op 21 januari een brief naar het huisadres van premier Lubbers, waarvan afschriften in de bus gleden van de Amerikaanse, Britse, Franse en Israëlische ambassades. De inhoud luidde alsvolgt:

“Excellentie.
In de eerste plaats mijn beste wensen in het nieuwe jaar. Door middel van deze brief wil ik mij tot u wenden met enige vragen. De inhoud van deze zaak zou u schade kunnen berokkenen indien deze niet juist zou zijn. Daarom heb ik besloten deze materie rechtstreeks aan u te doen toekomen. Het is niet in mijn belang u in welk opzicht dan ook schade te berokkenen.
1. Hebt u in december 1983 opdracht gegeven tot onderzoek inzake uraniumdiefstal?
Indien ja:
a. Hebt u de opdracht gegeven aan de inlichtingendienst van Algemene Zaken uit uw naam in januari 1984 met mij over deze zaak te praten?
b. Moest de ambtenaar van de inlichtingendienst AZ, de heer Mansveld, vanaf januari 1984 tot 20 juli 1984 uit uw naam met mij onderhandelen?

2. Heeft u uit uw naam opdracht gegeven om in De Telegraaf (korte mededelingen) dd. 19/6/84 de volgende advertentietekst te plaatsen?
“Martin, jouw halve joker is net zoveel waard als mijn halve joker. De grote industrieel heeft zeer grote belangstelling om onze joker samen te voegen. Groeten van Koos”.
Indien ja:
a. Was u bekend dat u met de plaatsing van deze advertentie akkoord bent gegaan met de door mij gestelde voorwaarden?
De grote industrieel is uw codenaam, bekend bij de inlichtingendienst AZ alsook bij mijn tipgever in wiens naam ik de hele transaktie met u heb gedaan.
b. Voorwaarden waren:
1. Verlening van de Nederlandse nationaliteit aan mij.
2. Betaling van 3 miljoen US dollar aan mij met dien verstande, dat 1 miljoen als voorschot à contant (die mocht ik naar Zwitserland brengen) en de rest via een schriftelijke garantie door een notaris aan mij wordt gegeven. Plus een half miljoen gulden contant voor de eerste kilo uranium.
3. Van u de schriftelijke garantie dat ik nooit buiten mijn wil aan Joegoslavië zal worden uitgeleverd.
4. Van u de schriftelijke garantie dat ik in deze affaire nooit vervolgd zou worden.
5. Dat alle belastingschulden van mijn tipgever volledig kwijtgescholden zullen worden (plm. 10 miljoen gulden).
6. Dat de naam van de tipgever nooit openbaar zal worden gemaakt aan derden.
7. Verlening van volledig nieuwe identiteit van mijn tipgever.
8. Toestemming van eenmalige invoer van goederen die in Nederland verboden zijn. Van belang, omdat deze zaken door landen in het Midden-Oosten als betaling worden gebruikt.
Het onderscheppen hiervan dient mede als bewijs.
Zoals u weet bent u akkoord gegaan met alle voorwaarden door de plaatsing van bovenstaande advertentie.

3. Is het waar dat op een spoedvergadering dd. 20 juli 1984 het volgende is besloten?
a. Dat u als minister president (tevens minister AZ) akkoord bent gegaan met mij de transaktie aan te gaan
b. Dat de minister van Buitenlandse Zaken tevens akkoord is gegaan met mijn voorwaarden.
c. Dat de minister van Justitie niet akkoord is gegaan.

Conclusie: Door het doen en laten van de minister van Justitie naar aanleiding van het optreden van zijn adviseurs, o.a. Officier van Justitie mr. Van Os is de hele affaire in de doofpot gestopt. Het risico dat dit uranium in handen kan komen van vijandige mogendheden en gebruikt zal worden tegen de staat Israël komt dan geheel voor uw verantwoording. Ook niet te vergeten de 10 vaten radio-aktief afval die bij Philips in Eindhoven zijn gestolen en verkocht dreigen te worden aan de IRA.

4. Kent u F. Giesberts?

5. Is F. Giesberts eind december 1984 bij u geweest?
a. Hebt u hem toestemming gegeven om met politiecommissaris Blaauw bij de inlichtingendienst AZ over de uranium-kwestie te praten?
b. Hebt u hem volmacht gegeven om verdere onderhandelingen inzake uranium met mij te voeren?
c. Hebt u de advertentietekst in de rubriek Korte Mededelingen in De Telegraaf die geplaatst moest worden via de heer F.Giesberts gekregen?

“F.Giesberts moet de plaats van Martin innemen. Sorry van halve joker. Dit was noodlottig voor hem. Het boek van 239 bladzijden wil de GROTE INDUSTRIEEL eerst lezen voor het definitief wordt uitgegeven. F.Giesberts heeft het halve aas al. De vazal van de grote industrieel heeft de andere helft.
M.Amman en filmster, trouwens ook grote madam, zitten in de uitgeverscommissie. Maak je geen zorgen. Je was en blijft de eenling. Je vriend, Frank Waterfoort
”.

Meneer Lubbers, ik verzoek u vriendelijk doch dringend kontakt met mij op te nemen naar aanleiding van de eerder in deze brief vermelde feiten. Het is in ieders belang dat deze transaktie zo spoedig mogelijk tot een bevredigend einde zal komen
”.

Je zal zo’n briefje krijgen net op het moment dat je knus samen met Ria een paar eitjes zit te tikken aan de ontbijttafel.
Overigens kennen wij zowel de identiteit van intermediair Giesberts als die van Mitric’ tipgever. Vooralsnog zien wij de noodzaak om hun namen prijs te geven niet zitten. Stay tuned.

  • Datum: .

dinsdag 4 oktober-2005
Als we de gegevens uit de brief van Slobodan Mitric aan premier Lubbers dd. 21 januari 1985 mogen geloven dan zou de kwestie rond het gestolen uranium en - zij het in mindere mate - de geheime onderhandelingen op Cyprus ruim een jaar hebben gespeeld. Vanaf december 1983 tot in ieder geval januari 1985.
Al vrij snel na zijn eerste oekaze aan het adres van Gemene, pardon Algemene Zaken zou Mitric volgens diezelfde gegevens in de Scheveningse petoet bezoek hebben gekregen van een agent van de onder AZ ressorterende Inlichtingendienst Buitenland (IDB). Het ging om Koos Mansveld, die zich bij Mitric introduceerde onder de naam Mansfield (leuk detail voor een boek van Thomas Ross of zo). In de daarop volgende maanden zou agent Mansfield talloze malen zijn gedetineerde informant hebben opgezocht. Eerst in Scheveningen en na 27 maart 1984 in de koepel in Haarlem.
Die bezoeken zouden bij de Montenegrijnse karate-expert de indruk hebben gewekt dat zijn informatie serieus werd genomen door de IDB. Nou kunnen we ons daar iets bij voorstellen, want noch in Scheveningen noch in Haarlem zou je ooit je koperen bruiloft willen vieren. Vraag is of bovenstaande schets van de gebeurtenissen een product was van de levendige fantasie van een gekooide ex-agent van Tito of de onverbloemde realiteit. Het laatste.
Dat kunnen we opmaken uit een verslag van een personeelslid van de Haarlemse nor, dat hij schreef toen Mitric eind juli 1984 naar Leeuwarden werd overgeplaatst. In dat verslag dat bestemd was voor zijn collega’s in de Friese hoofdstad schreef hij o.m. het volgende:

“Tijdens zijn verblijf hier mocht betrokkene zich ook weer in de belangstelling van de buitenlandse inlichtingendienst, ressorterend onder het Ministerie van Algemene Zaken, verheugen. De heer Mansfield, medewerker van die dienst, is hier veelvuldig bij betrokkene langs geweest. E.e.a. is gebeurd in overleg met Dhr. Van Hylkema en Dhr. Van Os, Officier van Justitie in Den Haag”.

Zoals het hoort - we varen vroeger wat volgzamer dan nu - hebben we ooit bij de RVD vragen over deze affaire door de bus gekieperd. Toenmalig hoofd van de ook al onder AZ vallende dienst, Hans van der Voet, erkende tot onze enorme verrassing dat een ambtenaar van AZ inderdaad bezoeken aan Mitric had gebracht. Verder wilde hij niet gaan. Van der Voet: “Ik kan u alleen maar zeggen dat het waar is”.

Zo, dan hoor je het eens van een ander.

  • Datum: .

woensdag 5 oktober-2005
Niet lang na zijn gedetailleerde brief aan Lubbers dd. 20 januari 1985 kwamen de in het geweer geroepen speurneuzen erachter dat Mitric wel een nucleaire klok had horen luiden maar niet precies wist waar de klepel hing. Dat was voldoende om de stormvlag te strijken en over te gaan tot damagecontrol. Oftewel het uitschakelen van loose cannon Mitric. Bijvoorbeeld tijdens het hoger beroep dat de woedende karateka had aangetekend in een zaak die door drie vrouwen tegen hem was aangespannen wegens verkrachting. Opmerkelijk detail: een van de vrouwen was de voormalige echtgenote van Mitric’ tipgever in de uranium-affaire.
De ex-agent van Tito ontkende de beschuldigingen met verve en beweerde dat het om een complot ging dat van overheidswege was geëntameerd om hem achter het gaas te houden en het hem op die manier onmogelijk te maken iets over de uranium-affaire naar buiten te boeren. Het was daarom niet verwonderlijk dat zijn toenmalige verdediger mr. H.C.W.F. Meijer in september van dat jaar probeerde om een paar figuren op de getuigenlijst te wurmen die niet direct te maken hadden met de verkrachting van drie dames. Dat waren achtereenvolgens:

“drs. R.F.M. Lubbers, Lambertweg 4, Rotterdam.
Deze kan verklaren dat hij in zijn hoedanigheid van minister-president in of omstreeks december 1983 opdracht heeft gegeven aan de onder het Ministerie van Algemene Zaken ressorterende Inlichtingendienst Buitenland contact te leggen met de heer S. Mitric, dat hij dit contact in persoon is blijven volgen, dat hij tevens opdracht gaf een onderzoek uit te voeren omtrent de persoon van S. Mitric, dat zijn Ministerie van Algemene Zaken op grond van de resultaten van dit onderzoek de overtuiging heeft gekregen dat door S. Mitric voornoemd geen verkrachtingen zijn gepleegd en dat hij vervolgens in of omstreeks januari 1985 via F. Giesberts opnieuw contact opnam met S.Mitric;

Mansfield (voorletters onbekend), althans een persoon die deze naam als de zijne gebruikt, p/a Directie Inlichtingendienst Buitenland, Plein 20, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat hij van drs. R.F.M. Lubbers, genoemd sub a, opdracht kreeg een onderzoek in te stellen naar de diefstal van een hoeveelheid plutonium, dat hij daartoe contact opnam met S.Mitric en vervolgens met hem veelvuldig contact gehad heeft over deze affaire, dat hij met S. Mitric tot een soort van transactie kwam op grond waarvan hij S. Mitric onder andere geld, verkrijging van Nederlanderschap althans van een vluchtelingenpaspoort, een garantie tegen uitwijzing uit het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, bescherming van S.Mitric tegen mogelijke represailles en een onderzoek ten gronde naar de tegen S. Mitric ingebrachte aangiften van gedane verkrachtingen heeft toegezegd;

Drs. J.P. Kieboom, Zeekant 99f, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat hij in of omstreeks de maanden november en december 1983 namens S.Mitric is benaderd, dat hij vervolgens contact legde met drs. R.F.M. Lubbers, dat laatstgenoemde op advies van Kieboom op voorstellen van Mitric inging en dat de Nederlandse regering een bedrag van 300.000.000 Westduitse marken leende aan de Palestiijnse Hassan Sabaidi.

Mr. F.G.J. van Os, Barnsteenhorst 370, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat en waarom hij poogde op de toenmalige raadsman van S.Mitric, mr. L.D.H. Hamer, op onrechtmatige wijze druk uit te oefenen, waarom hij drs. R.F.M Lubbers adviseerde geen afspraken met S.Mitric te maken, dat hij zei te kunnen bewijzen dat S.Mitric beweringen doet in strijd met de waarheid, dat hij opdracht gaf tot liquidatie van S.Mitric in het Huis van Bewaring te Leeuwarden en dat hij S.Mitric een verkrachter noemde;

Mr. H.W. van Hylkema, Prinses Margrietlaan 17, Voorburg.
Deze kan verklaren dat hij drs. R.F.M. Lubbers adviseerde geen contacten met S.Mitric te onderhouden, dat hij wist dat S.Mitric een verkrachter is - of, indien hij dit niet wist dat en waarom hij dit niettemin gezegd heeft - en dat hij opdracht gaf tot liquidatie van S. Mitric in het Huis van Bewaring te Leeuwarden;

Mr. G.P.H. van Doeveren, Norgstraat 67, ‘sGravenhage.
Deze kan verklaren dat hij in of omstreeks augustus 1983 de gedetineerde H. de Wolf in vrijheid liet stellen en waarom hij dit deed, dat hij drs. R.F.M. Lubbers adviseerde ervan uit te gaan dat S.Mitric liegt en dat de hoeveelheden uranium en plutonium waar Mitric het over heeft “waardeloos spul” zijn, dat hij S.Mitric een verkrachter noemde en naar alle waarschijnlijkheid dat hij vrouwen ertoe aanzette om tegen S.Mitric aangifte van verkrachting te doen
”.

Hoewel voor Mitric blijkbaar plutonium en uranium één en hetzelfde is blijft er voldoende stof over om je stevig achter de flappers te krabben. Opdracht tot liquidatie? Een raadselachtige lening aan Hassan Sabaidi? Wat was dat allemaal?
Uiteraard zou je haast zeggen werden bovenstaande getuigen niet opgeroepen. Volgens de president van de rechtbank Wedeven en procureur generaal Ficq hadden ze geen mallemoer te maken met de verkrachtingszaak. Ondanks het wegblijven van de door hem gewenste hoge mieters probeerde Mitric tijdens de zittingen wel degelijk om de uranium-zaak toch te verbinden met de verkrachtingsaffaire. Vergeefs. Hij verloor de zaak en bleef achter het gaas. Wat niet wil zeggen dat van die uraniumzaak niets overbleef en dat het inderdaad ging om “waardeloos spul”. Stay tuned.

  • Datum: .

donderdag 6 oktober-2005
Zoals gezegd duurde de vrijage tussen Mitric en de onder Lubbers’ ministerie van Algemene Zaken ressorterende Inlichtingendienst Buitenland meer dan een jaar. Maar hoe kwam die relatie tot stand? Dat was een brief die de ex-agent van Tito naar het Torentje stuurde en die de volgende ontroerende strofes bevatten:

“Een internationale organisatie die uitsluitend bestaat uit Islamitische, goed gesitueerde fanatici heeft ten doel koste wat het kost een aantal atoombommen te maken en die te laten ontploffen op het territorium van Israël. Deze organisatie had behalve geld verder niets. Zodoende was zij gedwongen experts in het buitenland te zoeken. Zo zijn zij in contact gekomen met enige Nederlandse en Belgische zakenlieden. Zo heeft het plan dat de fanatici hadden uitgedacht langzaam vorm gekregen. De organisatie is begonnen met het kopen van grondstoffen die noodzakelijk zijn voor de fabricage van atoombommen.
Ze hebben in de USA gekocht: 600 kilo Uranium-235, in Zwitserland vijf staven Uranium-235 en in België vijf staven Uranium-235.
Verder hebben ze tien vaten massa aangeschaft, die noodzakelijk is voor de totstandbrenging van de nucleaire koppeling. Later is gebleken dat deze massa niets anders was dan radio-actief afval, gestolen bij Philips-Eindhoven.

In juni/ juli 1981 heeft op het eiland Cyprus een ontmoeting plaatsgevonden tussen opdrachtgevers en aannemers. Bij die ontmoeting waren aanwezig:

 

  • een lid van de geheime dienst van Syrië
  • een lid van de geheime dienst van Lybië
  • een Jordaans-Palestijnse oliesjeik
  • een ambtenaar van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken (dubbelagent Warschaupakt)
  • een Nederlandse zakenman (voortaan codenaam Giesberts)
  • een ingenieur kernfysicus van Italiaanse afkomst
  • een ingenieur chemicus of kernfysicus uit het Midden-Oosten


Deze meeting is streng geheim geweest. Daar is het volgende besloten. Omdat al het materiaal dat de organisatie tot dan toe gekocht had niet geschikt was voor het maken van een atoombom werd een voorschot van 20 miljoen dollar betaald om geschikt materiaal aan te schaffen. Met dat geld is 60 kilo Uranium-238 (99,3 procent) in België gekocht. De leider van de groep die dit U-238 geleverd heeft is een ex-minister van de Belgische regering. Bij de transactie tussen kopers en verkopers is bemiddeld door een ambtenaar van Buitenlandse Zaken en Giesberts.
Interessant te vermelden is dat tijdens de meeting op Cyprus het doel van de aanschaf van het uranium is besproken: het maken van een paar atoombommen om die te laten ontploffen in Israël en Groot-Brittannië. Zodoende is Giesberts geschrokken maar hij kon niet meer terug. Giesberts heeft met mij contact gezocht en mij om raad gevraagd bij het zoeken naar een uitweg. Nadat ik Giesberts de garantie had gegeven dat ik nooit buiten zijn wil iets aan derden zou vertellen heeft hij mij alles uit de doeken gedaan. Wij zijn toen overeengekomen dat ik uit zijn naam zou onderhandelen met de Nederlandse regering.

F. Giesberts kan leveren:

 

  • Volledige identiteit van alle betrokken personen
  • 60 kilo U-238
  • 10 vaten radio-actief afval
  • Een illegaal nucleair laboratorium binnen de Benelux


Volgens F. Giesberts hebben de opdrachtgevers na het voorschot van 20 miljoen dollar in 1982 nog eens 100 miljoen dollar betaald in de vorm van:

 

  • a. Geld. Het zat verstopt in diplomatieke bagage en is overgebracht door de ambtenaar van Buitenlandse Zaken voornoemd en een zeer bekende Nederlandse advocaat;
    b. Een aantal transporten van 10.000 kilo hash;
    c. Een aantal transporten van 15.000 kilo marihuana;
    d. Een aantal transporten van 50 kilo heroïne;
    Totale groothandelswaarde 100 miljoen dollar.
  • Goud ter waarde van 250 miljoen dollar. Dit is nog niet overgedragen aan de verkopers (ex-minister België). Het bevindt zich in een Afrikaans land.

”

Een merkwaardig soepje, waaruit in ieder geval blijkt dat de makers ervan niet al teveel wisten van de verrijkingsprocedure van uranium en het verschil tussen U-238 en U-235. Daarnaast is duidelijk dat Mitric en de enigmatische Giesberts elkaar eerder kenden dan door deze laatste werd gesuggereerd in aflevering 2 van deze serie (1). Maar voor de rest zaten er in het brouwsel toch een paar smakelijke ballen. Lubbers vond dat kennelijk ook en stuurde agent Mansveld naar de petoet om te zien of Mitric nog meer aromatisch te vertellen had. En dat had hij. Stay tuned.

(1) Zie de eerdere delen van deze serie op onze Followup-site.

  • Datum: .

zondag 9 oktober-2005
Mitric vertelde veel over Fens, de toenmalige koning van de Haagse scene. Een deel daarvan had hij geput uit de verhalen van iemand die zakelijke contacten onderhield met “mooieTinus”: Frans de Wit, alias Pappa Blanca. Een koppelbaas die ook met Vrouwe Justitia had liggen rollebollen en daar niet ongeschonden vanaf was gekomen. Een van zijn cliënten zou Hollandia Kloos zijn geweest. Een bedrijf van de familie Lubbers dat werd bestierd door Ruud en Rob (1).
Nam niet weg dat Pappa niet alleen voor een tijdje op staatskosten mocht leven maar dat ie ook zo’n slordige tien miljoen piek moest ophoesten aan niet betaalde premies en belastinggelden. Juist. De Wit was Mitric’ tipgever in de uraniumzaak. En niet te vergeten in de achterliggende affaire: de geheime onderhandelingen tussen een afvaardiging van het Nederlandse bedrijfsleven en een niet zo vrolijke club uit het Midden-Oosten. En wat Mitric te weten kwam wist Tinus Fens al lang. Zoals eerder betoogd werd Fens ten tijde van het door premier Lubbers geïnitieerde onderzoek door IDB-agent Koos Mansveld en andere speurneuzen tweemaal voor zijn klus geschoten. Bij de laatste aanslag, op 17 december 1984, legde hij uiteindelijk het hete loodje (2).
Merkwaardigerwijs was er eerder dat jaar, op 28 augustus, nog een intimus van Mitric die op de hoogte was van de twee heikele affaires schielijk overleden. Dat was Kurt Görlitz, een vooraanstaand lid van een geheime organisatie onder leiding van Hans Teengs Gerritsen, de boezemvriend van prins Bernhard (3). Diezelfde week werd Mitric overgeplaatst naar Leeuwarden. Ondanks diens luidruchtige protesten. Mitric was bang dat ie daar vermoord zou worden in opdracht van een paar hoge mieters bij Justitie (4).
Om een beetje in de sfeer te blijven: op 20 november 1983 werd Cor Beets, eigenaar van een van de grootste helerscafé’s in Amsterdam, de Metro, in zijn woning boven de zaak vermoord. Twee Joegoslaven en een avontuurlijke inwoner uit het rustieke Noordhollandse dorp De Rijp werden aangehouden. Hoewel het moordwapen in de woning van een van de Joego’s in Purmerend werd teruggevonden kon het trio wegens gebrek aan bewijs al vrij spoedig weer frisse lucht opsnuiven. Volgens bromsnorren van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) die regelmatig het oor te luisteren legden aan Cor’s telefoonverbinding en bij diens zakenconnecties was die samen met Braspenninx (een levende legende in de smokkelaarswereld van die tijd) bezig met een “enorme deal”. Inzet was een partij uranium die was opgeslagen in de haven van Antwerpen (5). Een beetje bloederig verhaal. Tijd voor wat leukere dingen. Stay tuned.

(1) Ruud en Rob Lubbers zorgden voor de dagelijkse beslommeringen van de onderneming tot Ruud eind 1982 premier werd. Vanaf dat moment zwaaide Rob in zijn eentje de scepter. Zij het dat de net over de Belgische grens wonende broer Paul stilletjes ook aan wat touwtjes zou hebben getrokken.
(2) Zie aflevering 5 van deze serie op de Followup-site.
(3) Zie vooral aflevering 6 van de verhalenreeks “Schaduwcommando van de Prins” op de site van de Morgenster. Een reeks die ook een plek vond op de inmiddels helaas gesloten site "De Gezonde Roker" van Theo van Gogh.
(4) Zie aflevering 8 van deze serie op de Followup-site.
(5) Zie voor Mitric’ verwijzing naar het aandeel van een Belgische ex-minister en een stel zakenlieden in de uranium-affaire aflevering 9 van deze serie op de Followup-site.

  • Datum: .

donderdag 13 oktober-2005
Als er één was die exact van hoed en rand wist in de nucleaire affaire waarin Slobodan Mitric tijdelijk een rol mocht spelen dan was het wel “Giesberts”. Op de site van De Morgenster staat beschreven hoe de man die in januari 1985 bij Lubbers thuis de eisen van de Montenegrijnse karateka op tafel legde bij de niet zo zuinige affaire betrokken raakte. Hoe hij via de mega-zwendelaar Guido Haak in Libanon kennismaakte met de Palestijnse zakenman Hassan Zubaidi. En later ook met diens partner Rifat Assad, het toenmalige hoofd van de Syrische geheimedienst en de oom van de huidige Syrische president. Dat was op Cyprus. Want zowel Zubaidi als Assad maakten van meet af aan deel uit van de Middenoostelijke delegatie bij de opeenvolgende geheime besprekingen met de afvaardiging van het Nederlandse bedrijfsleven, waarover Mitric repte in zijn brieven aan premier Lubbers.
Wij zijn er nooit exact achter gekomen welke Nederlandse bedrijven (buiten Ballast Nedam en Hollandia Kloos die Giesberts noemde) allemaal wilden meesmikkelen van de geplande verrijkingsdeal met Urenco in de vorm van compensatieorders. Maar in onze moeizame dialogen met de Nederlandse intermediair vielen in de loop der jaren wel de namen van de twee luitjes die aan het hoofd stonden van de hebberige Nederlandse club: Van Schaik en Lubbers.
Over de vraag om welke Van Schaik het ging was Giesberts wat minder expliciet, maar uiteindelijk werd het duidelijk dat het om ir. J.J. van Schaik moest gaan, geen onbekende bij zowel Koninklijke Shell als bij het Amsterdamse ingenieursbureau Comprimo. Comprimo? Juist. Hetzelfde bedrijf dat in diezelfde jaren een stiekeme rol speelde bij de uitbouw van de nucleaire speeltuin van dr. Qadeer Khan in Pakistan.
Ook over de vraag welke Lubbers op Cyprus in het veld was toonde Giesberts zich weinig toeschietelijk. Wij suggereerden Rob, maar Giesberts noemde bij een enkele gelegenheid de naam van Paul (1). Jammer, maar door de begrijpelijke terughoudendheid van Giesberts zijn we daar niet echt uitgekomen.
Van Schaik en Lubbers werden op Cyprus gesteund door een leuke batterij van deskundigen. Het ging per slot niet om niks. Bij dit soort deals kon het in die jaren zwaar onder vuur liggende Iran, waarvoor het verrijkte uranium bestemd was, niet zomaar een kluitje poen naar Nederland overmaken en that’s it. Er werd een alleraardigst stelsel aan compensatieorders in elkaar gefrutseld voor een hele reeks Nederlandse bedrijven, die daarvoor bedragen zouden incasseren die ruim boven het normale plafond lagen. Wat er met de overflow moest gebeuren moge duidelijk zijn.
Dat de gefaseerde onderhandelingen niet gladjes verliepen is een understatement. Giesberts:

“Echt makkelijk ging het niet. Op een bepaald moment zag Van Schaik het niet meer zitten. Hij riep: “Wat moet ik hemelsnaam doen?” . Na intern overleg besloot hij alles af te laten ketsen. Paniek natuurlijk. De vergadering werd geschorst, maar na een tijdje toch weer voortgezet. Toen was er ruggespraak gehouden met de respectievelijke achterbannen en kon een nieuwe deal worden gesloten. Het waren even heel enerverende momenten”.

Hebben wij voor deze charade op Cyprus maar één bron. Nee, twee. De andere komt volgende keer aan het woord. Dus stay flabbergastedly tuned.

(1) Zie noot 1 van aflevering 10

  • Datum: .

dinsdag 18 oktober-2005
Vrachtwagenchauffeur Cor J. stond voor niets. Zo verzorgde hij tijdens zijn indrukwekkende carrière logistieke hoogstandjes voor de Italiaanse mafia, maar even zo vrolijk was hij in touw voor de Mossad of het Nederlandse bedrijfsleven. Om eens een paar dwarsstraten te noemen.
In de eerste helft van de jaren zeventig was hij in dienst van de tegenwoordig beursgenoteerde vrachtvervoerder Frans Maas, maar rond 1976 stapte hij over naar de transportonderneming Stoof in Breda. Niet lang daarna gebeurde het volgende:

Cor: Het moet in 1977 zijn geweest toen ik delen van een kernreactor naar Portugal heb gereden. Met een dubbele oplegger en twee kranen.

KM: Hoe wist je dat het om delen van een kernreactor ging?

Cor: Dat stond op de papieren.

KM: Weet je wat de eindbestemming was?

Cor: Nee,dat weet ik niet. Ik moest die lading ophalen in de haven van Rotterdam en overbrengen naar een open terrein in de haven van Lissabon. Dat transport werd begeleid door een heel stel Nederlanders in onopvallende auto’s. Volgens mij waren het jongens van de genie, want ze wisten verdomd goed waar ze het over hadden. Het was wel een lange rit. Met een dubbele oplegger en zo’n zware lading schiet je natuurlijk niet erg op. Maar die jongens hadden voor de hele route vergunningen. We hebben nergens moeilijkheden gehad onderweg.

KM: Ben je vanwege deze klus later benaderd voor dat akkefietje op Cyprus?

Cor: Ik denk het. Ze wisten het in ieder geval wel. Maar ik zat niet meteen op Cyprus hoor. Dat kwam later. Eerst ben ik nog bij een paar vergaderingen geweest in hotel Gascogne in Eindhoven en een hotel in Antwerpen.

KM: Weet je nog wie daar bij waren?

Cor: Ik weet nog wel dat er een Duitse kapitein van een coaster bij was. Maar verder weet ik het niet meer. Ik had mijn papieren in mijn box weggeborgen, maar die zijn gejat. Ik weet nog wel dat mr. Diepenbroek van Trénité van Doorne bij die zaak betrokken was en een advocatenkantoor uit Rotterdam, Sjollema. Daarna ben ik een paar keer op Cyprus geweest.

KM: Om hoeveel mensen ging het daar?

Cor: Toch altijd wel een mannetje of dertig. Arabieren, Italianen.

KM: Herinner jij je wie de leiding had aan Nederlandse kant? Van Schaik? Lubbers?

Cor: Van Schaik zegt me niks, maar er was wel een Lubbers bij.

KM: Welke Lubbers? Rob? Paul?

Cor: Al sla je me dood.

KM: Wist je dat het om een nucleaire zaak ging?

Cor: Ja, natuurlijk. Het ging om een groot koelvervoer.

KM: Is het doorgegaan?

Cor: Dat weet ik niet, want ik liep tegen de lamp bij een smokkelzaak. En ik kreeg bezoek van drie heren van de Mossad.

KM : ?????

Cor: Ik stond te vissen bij de Beemsterbrug (1). Ze zeiden dat ik met die zaak moest stoppen, anders gebeurden er nare dingen. Ik heb toen gezegd dat ik voor de Mossad ook dingen had gedaan en dat ze dat konden navragen in Amsterdam, op het consulaat. Maar dat wisten ze. Daarom bleef het bij die waarschuwing. Maar ik ben me wel een ongeluk geschrokken.

Twee getuigen dus voor het “Cyprus-project” dat in 1984/1985 werd aangeroerd door Slobodan Mitric en voor premier Lubbers aanleiding was om agenten van de IDB het veld in te sturen. Al dan niet om verdere lekkages te voorkomen. Stay tuned.

1. De Beemsterbrug is gesitueerd in Purmerend.

  • Datum: .

Van een paar acteurs in dit nucleaire drama weten we het zeker. Die zijn dood. Premier Lubbers, Slobodan Mitric aka Karate Bob, Cor Jansen aka Kokkie, Tinus Fens, Kurt Goerlitz. Allemaal naar de hoogste verdieping. Geen wereldwonder dus dat deze serie al jaren aan de luchtslangen hangt. Maar we blijven hem in leven houden. Net zo lang tot we door de NRC benaderd worden om een nadere toelichting. Ondertussen blijft het bidden geblazen. En heel, heel soms wordt ons gebed gehonoreerd. Zoals gisteren. Bij het zoveelste doorsnuffelen van het haast antieke boek “De Bende” van Paul Ponsaers en Gilbert Dupont uit 1986. Ergens achterin besteedden de Belgische collega's aandacht aan de rol die de oude wapenhandelaar Willy van Baelen zou hebben gespeeld in een “uraniumtrafiek” tussen Frankrijk en Libanon, die zich in de beginjaren 80 van de vorige eeuw zou hebben voltrokken. Willy was binnen dat kader benaderd door een kolonel van de NATO met het dringende verzoek om zich in verbinding te stellen met een Fransman uit de omgeving van de in december 1976 gekeelde prins Jean de Broglie (1). De kolonel bleek echt te zijn, maar meer details over deze vogel zijn nooit boven water gekomen. De trafiek werd onderwerp van een diepgaand onderzoek in Frankrijk, Zwitserland, Luxemburg en België. Maar zoals zo vaak met dit soort akkefietjes kwam dat onderzoek in een diepe greppel terecht en kwam er niet meer uit. Maar nou het gekke. Een kwootje:

Uiteindelijk werd de hele affaire afgedaan als een “farce”, een oplichting. Van Baelen werd niet in beschuldiging gesteld en ging, na nogmaals te zijn ondervraagd door Interpol Nederland, volkomen vrijuit”.

Huh? Interpol Nederland? Begrijpt u dat we heel even opschrokken uit onze lethargische zomerslaap? Hadden de Haagse Interpollers misschien het akelige vermoeden, dat de Nederlandse uraniumaffaire een link kon hebben met de Belgische? En ondervroegen ze Van Baelen om er zeker van te zijn dat er nergens losse draadjes rondhingen? Op naar de koffie. Dat hep je als je zulke rare dingen leest. Je bent meteen weer wakker. Stay tuned (EOTS).

(1) Voor meer ins en outs verwijzen wij jubelend naar aflevering 1 van de serie “De achterzijde van het beursschandaal”.

  • Datum: .

Een farce. Met die kwalificatie zetten de Belgische flikken indertijd een uiterst curieuze “trafiek” van nucleair materiaal bij het grootvuil. En de smurfen van de Nederlandse Interpol konden er ook geen Leonidas van maken (1). En wij? Wij doken opnieuw in de duistere krochten van ons met de bom van Lubbers gelieerd documentatiearsenaal. Want we wisten zeker dat er ergens tussen onze kwabben informatie lag opgeslagen over een verbinding tussen het Belgische trafiek en de onderhandelingen op Cyprus tussen een afvaardiging van het Nederlandse bedrijfsleven en een imposante Syrisch/Palestijnse delegatie over een nucleaire deal. En zoals ene Mattheus al eens voorspelde gebeurde: wij zochten en vonden. Een verklaring van een van de aanwezigen bij voornoemde onderhandelingen, die aan Nederlandse zijde onder leiding stond van J.J. Van Schaik. De in 1980 aangetreden directeur van het Amsterdamse ingenieursvehikel Comprimo, dat in die tijd ook al tot de Adamsappel betrokken was bij uitpakken van de nucleaire meccanodoos van de Pakistaanse metallurg A.Q. Khan. De eerder genoemde verklaring was lichtelijk gecodeerd. Maar we hebben al vaker rondgehakt in verwarrend struweel, dus het ontcijferen kostte ons maar een paar mummen van tijd. Komt ie. In extenso.

April 1982.
Inzake het uranium.

Voorjaar 1980 werd mij door een Belg gevraagd of ik een koper wist die interesse had in 60 kilo plutonium. Ik toonde interesse en hij bracht mij in contact met een andere Belg van wie ik de naam niet meer weet. Het contact kwam tot stand in een café in Denain (Noord-Frankrijk). De man die ik daar ontmoette was klein en kalend en ongeveer 60 jaar. Hij kwam aanrijden in een semi-antieke Franse auto, kleur zwart. Hij vertelde mij dat ik wel moest beseffen waar ik aan begon, omdat bij deze zaak zeer invloedrijke personen waren betrokken. Onder wie een minister. En als ik voor de politie werkte zou mij dat zeker de kop kosten. Ik vroeg hem om een monster, maar dat wilde hij niet geven. Als ik een klant had dan moest deze voor een technicus zorgen. Hij beschikte over een laboratorium in Luik met alle techniek die voor het testen nodig is. Hij vroeg geen geld vooruit, maar als de zaak rond was moest mijn klant voor het controleren van het spul een bewijs laten zien dat hij ook inderdaad kon betalen en wel op een Zwitserse bank. Daarna gaf hij mij een telefoonnummer.
Enkele maanden later was ik in Libanon en daar heb ik erover gesproken met Guido Haak onder de voorwaarde dat hij het niet mocht verkopen aan een aan de Joden vijandig land (2). Hij antwoordde dat er dan weinig landen overbleven, waarop ik voorstelde contact op te nemen met Israël of Zuid-Afrika. Hij vond dat geen goed idee, maar hij had een goede ingang bij de regering van Taiwan en hij zou direct contact opnemen via de telex van het hotel. Een uur later kwam hij terug. Hij had al antwoord gehad en zij waren hevig geïnteresseerd.
Ik ging een paar dagen later terug naar Nederland. Guido zou later contact opnemen, wat hij na een week ook deed. Hij belde mij vanuit Beirut. Er waren daar mensen uit Taiwan die mij wilden spreken. Er lag op Schiphol een ticket voor mij klaar. Of ik meteen wilde komen. Ik ben toen de gegevens in België gaan halen en zag toen dat het niet om plutonium maar om uranium ging. De volgende dag ben ik naar Beirut gegaan. Daar werd ik opgewacht en ik kwam terecht in een groot kantoorgebouw naast een stadion. In het gebouw las ik de naam van Hassan Zubaidi. Binnen zat Guido op mij te wachten en ik gaf hem de papieren. Toen ik de naam Zubaidi las begreep ik dat Guido mij had bedrogen. Ik wist van anderen dat Zubaidi een Palestijn was wiens zoon door de Israëli's was doodgeschoten. Maar ik heb het spelletje toch maar meegespeeld, want ik voelde mij daar niet erg op mijn gemak. Een boekhouder van Zubaidi, een zekere Noël, vertaalde de papieren in het Engels, omdat Zubaidi geen Frans kon lezen.
Na uren wachten werd ik in een ander kantoor zonder ramen gebracht waar een man zat met de kop van een gorilla, die zich voorstelde als Zubaidi. Hij vertelde mij dat hetgeen ik aanbood alleen iets voor hem was als ik er een technicus bij kon leveren die er iets mee doen kon, want volgens hem was er alleen al in de VS 600 kilo gestolen, waarvan hij een deel in bezit had. De volgende morgen om 7 uur vloog Guido terug naar Londen en om 10 uur werd ik opgehaald door een man met een colt tussen zijn broekriem en naar Zubaidi gebracht. Zubaidi liet mij een paar kilo smaragden zien en ook zakelijke contracten ter waarde van miljoenen dollars met de regering van de USA. Daarmee wilde hij mij overtuigen van zijn rijkdom. Hij beloofde mij dat als ik waar kon maken hetgeen ik hem gezegd had, hij mij zo rijk zou maken dat het niet meer op kon. Hij betaalde het hotel, gaf mij een ticket en 'smiddags vloog ik terug naar Amsterdam.
Een maand later kwam Guido terug uit Engeland en vroeg mij hoever ik met het uranium was. Ik heb toen gezegd, dat hij zich niet aan mijn voorwaarden had gehouden en dat ik er daarom geen trek meer in had. Hij antwoordde dat Zubaidi een handelskantoor is. Het was zijn zaak niet met wie Zubaidi in zee ging. Guido begon er weer over in het voorjaar van 1981. Hij wilde dat ik de zaak weer opstartte, want hij had nu een andere klant. Maar ik zei hem, dat ik er niets meer over wilde horen, waarop hij antwoordde: Als je met je geweten in moeilijkheden komt, moet je het niet doen.

Lorry Collins”.

Lorry Collins was de schuilnaam van de avontuurlijke Rotterdammer van joodse bloede Aad Spruit. En hij behoorde tot de Nederlandse delegatie die korte tijd later aan de onderhandelingstafel zat met met o.m. Hassan Zubaidi en Rifat Assad (de oom van).

(1) Zie aflevering 13 dd. 1/8/2018.
(2) Zie voor Guido ondermeer de artikelen “Steekspel rond een uranium-deal” en “Neerland's stille kracht” met als smakelijk dessert de serie “Guido's kunstjes”.

  • Datum: .

Wat gebeurt er normaliter als er 600 kilo uranium wordt gejat? Dan ontstaat er een hele bak eilie. Voornamelijk achter de schermen, maar als dat nuttig wordt geacht bereikt een gecontroleerde dosis informatie ook de msm. Straatjes moeten nou eenmaal af en toe worden schoongeveegd. Je zou dus zeggen dat er heel wat Amerikaanse snuffelsmurfen op pad werden gestuurd toen ergens in 1979/1980 duidelijk werd, dat er 600 kilo uranium zoek was. Tenminste als het verhaal klopt dat de Palestijnse sjeik Hassan Zubaidi daarover in 1980 ophing tegenover de Nederlandse avontuurlijke ondernemer Aad Spruit (1). Dat wilde de Belgische volksvertegenwoordiging ook wel eens weten toen in 1995/1996 tijdens een onderzoek naar het wel en wee van de sekte Ecoovie deze materie stralend het publieke domein binnen denderde. Er kwam een gesprek tot stand tussen een stel Brusselse parlementaire enquêteurs en Hassan zelve en een weerslag daarvan kwam terecht in een officieel verslag. Kwootje. Komt ie:

De heer Zubaidi heeft – geloofwaardig – verklaard dat hij had deelgenomen aan de levering van wapens en uranium door Amerikaanse ondernemingen aan Iran. Dat heeft aanleiding gegeven tot het zogenaamde Irangate-schandaal. Hij werd daarvoor betaald op een rekening geopend door de bank Drexel, Barnham, Lambert (2). Die rekening heette de Windsor Trust. Op die rekening van 10 500 miljoen US $ werden op 10 april 1980 7 P Notes van 500 miljoen US $ elk uitgegeven en overgedragen aan de heer Zubaidi. Aangezien de eerste twee P. Notes (1 miljard US $) werden gebruikt ten gunste van de PLO heeft de regering van de Verenigde Staten vervolgens de betaling laten blokkeren van de 5 andere promesses die aan de heer Zubaidi waren overgedragen”.

De verdere charades die daarna plaatsvonden rond die dure vodjes zullen we u besparen (3). Duidelijk is wel dat het bewuste “gestolen” uranium al in een zeer vroeg stadium moet zijn gebruikt bij een poging om het begin november 1979 gegijzelde Amerikaanse ambassadepersoneel in Teheran vrij te krijgen. En dat Zubaidi en zijn Syrische trawanten er geen gras over lieten groeien om zakelijk te participeren in een Iraans nucleair project à la Pakistan. Met assistentie vanuit Nederland. Van Kahuta naar Natanz ce n'est qu'un pas.

(1) Zie aflevering 14 van deze serie dd. 14 augustus 2018.
(2) Een bank die in 1990 sneuvelde naar aanleiding van een schandaal rond zogenaamde “rommelkredieten”.
(3) Voor de nieuwsgierigen onder u: zie de artikelen “Neerland's stille kracht” en deel 3 van de serie “De achterkant van het beursschandaal”.

  • Datum: .

Door Jan Portein.

Over kapstokkies gesproken. Of ezelsbruggen. Vandeweek bereikte ons het droeve nieuws dat Rifat Assad, de 82-jarige oom van de huidige Syrische president, in Frankrijk een straf van vier jaar kerker aan zijn ouwe kont heeft gekregen. Waarom? Hij zou een onwelvoeglijke verkregen lading poen ter waarde van 90 meloen euro door een wasstraat hebben getrokken om daarmee wat gezellig Frans vastgoed te veroveren. Eenzelfde kunstje zou hij in Londen hebben geflikt. Zij het dat het daarbij maar ging om het schamele bedragje van 29 meloen, waarvoor hij nog aan de beurt komt. In het Spaanse Marbella en wijde omgeving zijn een paar jaar geleden ook al een hele reeks bezittingen van Rifat en diens familie met een geschatte waarde van 695 meloen euro op sterk water gezet. In afwachting van. Nou zal vriend Rifat die vier jaar niet hoeven uit te zitten. Heeft te maken met zijn leeftijd en zijn precaire gezondheid. Dat wil overigens niet zeggen dat hij het erbij laat zitten. Een hoger beroepje is nooit weg. Het kost een paar centen, maar die heeft ie nog wel ergens los liggen. Daarnaast moet het ook niet te gek worden, want Rifat heeft indertijd heel wat geheime kennis opgedaan als grote smurf van het Syrische speur- en veiligheidsapparaat. Tot hij naar aanleiding van een mislukte staatsgreep in 1984 door zijn broer het land werd uitgemikt met een kadootje van 300 meloen om zich een beetje te kunnen redden in het buitenland. 1984? 1984? Yes. Daar komen het kapstokkie en de ezelsbrug in zicht. Want een paar jaar daarvóór was de toen nog in een redelijke shape verkerende complotteur betrokken bij een opera boeffo waarin Nederland een ruim deel van de partituur voor zijn rekening nam. Een nucleaire opera boeffo, waarover wij in het verleden heel wat uit de ellendedoeken hebben gedaan. Niet alleen in deze serie trouwens. Neem bijvoorbeeld eens aflevering 3 van de serie “Reusachtig” van 25 oktober 2017. En dan met name het cursieve gedeelte. Tot die datum steunde onze revelaties op de getuigenissen van drie betrokkenen. Plotseling meldde zich dus een vierde: Peter van Haperen. En dankzij hem kunnen we nu al zeggen dat binnenkort deze serie een interessant vervolg gaat krijgen. Het bleef namelijk niet bij de Cypriotische ontmoetingen tussen lidmaten van het Nederlandse bedrijfsleven, aangevuld met een paar heren uit het Nijvelliaanse circuit, en de Syrisch-Palestijnse combine van Rifat Assad, Hassan Zubaidi en Fayez Al Ajjaz. De karavaan trok verder. Naar Beiroet. Alle hens aan dek dus. Recht zo die vaart. Stay tuned.

  • Datum: .

Door Jan Portein.

We zijn weer een flinke stap verder. Dankzij de Beverwijk files van Peter van Haperen kunnen we namelijk nog een paar figuren toevoegen aan de lijst van deelnemers aan het nucleaire samenzijn in 1981 van Nederlandse en Middenoostelijke toppers op Cyprus. Zoals we al eerder in deze serie in de openbaarheid mikten stond de Nederlandse delegatie onder leiding van Paul Lubbers (een broer van Ruud) en de toenmalige Comprimo-primus J.J. van Schaik. Maar er was nog iemand die een flinke dollar in het zakje deed: Gerard Peijnenburg. Toenterijd secretaris-generaal van het Ministerie van Defensie en dikke vriend van prins Bernhard. Alstublieft. Dankuwel. Aan de andere kant van de tafel zaten zoals u inmiddels al weet Rifat Assad, Hassan Zubaidi, Faez al Ajjaz en Monzer al Khassar. Allemaal lieden met een verleden waar je allah tegen zegt en her en der terug te vinden zijn op onze site. Maar ook daaraan kunnen we nog een paar interessante namen vastplakken. Die van Moussa Koussa en Albert Hakim. Moussa Koussa was een Libiër die na het nucleaire handjeklap op Cyprus de baas werd van de Libische geheime dienst en een woelige toekomst tegemoet ging. Albert Hakim was een Iraniër, die na de onderhandelingen op Cyprus de Iran Contra-affaire inzeilde. Eigenlijk geen wonder dus dat bij de etappe die volgde in Beiroet ook Oliver North zijn entree maakte. Waar een klein land al niet groot in is. Binnenkort nog veel meer in dit theater. Stay tuned.

  • Datum: .

Door Jan Portein.

Weet u wat wij ons afvragen? Temidden van al dat geweldige msm-nieuws over de erfenis van de mafiose prins Bernhard I (rip) en de nieuwe riante villa aan de Breukelveense plassen van de ooit met mafiose kringen gelieerde Prinses Mabel van Oranje-Wippe Smit. Hoeveel serieuze info wij als eenvoudig gebleven website moeten aandragen om voor vol te worden aangezien. Neem nou deze serie. Die gaat o.i. om een formidabele affaire, waarbij zowel figuren uit de zogenaamde hogere kringen als uit de lagere kringen van onze samenleving eendrachtig betrokken waren bij het verkwanselen van nucleair materiaal aan landen in het Midden-Oosten. Waaronder landen die nu stelselmatig door de achter de kont van Bellingcat aanhobbelende msm worden afgeschilderd als het grote gevaar in de wereld. Gewoontegetrouw noemden wij daarbij man en springpaard. Reactie? Nul. Maar goed. Het zij zo. We gaan verder en even terug. In de vorige aflevering kwam ineens de connectie van deze affaire met die van de Iran-Contra aan bod. Wij beloofden toen daarop uitgebreid terug te zullen komen. En het ziet ernaar uit dat dat inderdaad binnenkort gaat gebeuren in dit theater. Om u als trouwe lezer alvast een voorproefje te gunnen een kleine, maar smakelijke notitie uit 1992. Uit een gesprek dat schrijver dezes toen regelmatig had met Cor aka “Kokkie” Jansen. Een inmiddels naar de eeuwige jachtvelden verhuisde, kleurrijke figuur uit het milieu van toen en specialist in logistieke sferen. Bij dat gesprek liet de normaliter voorzichtige Cor zich ontvallen, dat het “nucleaire spul” waarmee hij te maken had gehad bestemd was voor Iran en via Libië met een Amerikaanse Hercules naar zijn bestemming zou worden (zijn) overgebracht.Een aspect dat binnen de saga van de Iran-Contra affaire nooit aan de orde is geweest. Mogelijk dat het onderdeel uitmaakte van het door kolonel Oliver North zo netjes vernietigde materiaal. Onder het motto “wat niet weet, wat niet deert”. Maar u weet het nu in ieder geval wel. Een beetje. Stay tuned.

  • Datum: .

Door Jan Portein.

Het was weer eens flink raak vandeweek. Een documentaire van Frans Bromet op het kijkorgel. Stukken in de dagvodden. Zeg maar het laatste rondje ter nagedachtenis aan Frits Veerman, die een paar maanden geleden vrij plotseling overleed en wiens leven in de jaren zeventig en verder ondersteboven werd getrokken door de Staat der Nederlanden. Waarom? Frits had een klok geluid over de nucleaire spionage die zijn Pakistaanse collega Abdul Qadeer Khan in zijn ogen had gepleegd. Alle overheidslaadjes werden opengetrokken om Frits een alternatieve hel te bezorgen. Puur en alleen om hem tot zwijgen te brengen. Want hij mocht eens - met alle respect - in zijn onschuld op het gebied van spionage aan een verkeerde klok gaan hangen. Al beginjaren tachtig wist schrijver dezes na een goed gesprek en een prettige lunch buiten de deur met Volkskrant-coryfee Jan Blokker een artikel in zijn dagvod te wurmen waarin ondermeer werd vermeld, dat Khan's wetenschappelijke aartsvaderen uit Delft en Luik bezoekjes hadden afgelegd aan het in aanbouw zijnde atoomcomplex in Kahuta en dat het Amsterdamse ingenieursbureau Comprimo bij die aanbouw zelf betrokken was. Dat wierp een heel ander licht op de term spionage. Dachten wij zo. In diezelfde periode legde deze auteur een paar persoonlijke bezoeken af aan Relus ter Beek, toenmalig opperhoofd van de speciaal voor de affaire Kahn in het leven geroepen Kamercomissie om hem op de hoogte te stellen van deze weinig flatteuze activiteiten. Noch het ene noch het andere initiatief haalde iets uit. Kahn was een spion. QED. Sindsdien hebben we met name in deze serie en recentelijk in de Beverwijk Files veel woestijnstof aangedragen over de actieve rol van het Nederlandse bedrijfsleven bij de ontwikkeling van de nucleaire tak van sport in het Midden-Oosten. Reacties? Geeft een bom een schokgolf ? Stay tuned.

  • Datum: .

Door Jan Portein.

Dit nieuws al verorberd vanochtend? Iran beschikt over hetzelfde soort uraniumorgel als wij hier achter de duinen. Heeft u zich nooit afgevraagd hoe dat komt? Lees dan deze serie van begin tot eind en daarna de serie “De nucleaire onderhandelingen op Cyprus”, die deel uitmaakt van de “Beverwijk Files”. Mocht u daarvan niet goed worden en de levendige behoefte hebben aan een ferm gesprek met uw volksvertegenwoordiger, aarzel niet. Misschien haalt het wat uit. Stay tuned.

  • Datum: .