maandag 16 januari-2006
Dat getwijfel van de Nederlandse regering om haarAmerikaanse bondgenoot te steunen in Afghanistan leidde tot wat spierballentaal uit Washington. Oeps, een tik op de vingers. De gebruikelijke talking heads kwamen weer langs op het scherm om te vertellen hoe erg dat toch allemaal was. Natuurlijk moesten we voldoen aan onze internationale humanitaire verplichtingen. Daar hadden we toch een krijgsmacht voor? En, die kregen toch nieuwe speeltjes, daar had onze VVD minister van Financiën voor gezorgd. (Niks geen geld naar de minima uit de extra aardgasopbrengsten; gewoon kopen die kruisraketten. Voor dat soort lozers doen we niks, die kiezen ons toch niet). Zoals gebruikelijk was er geen kritisch commentaar op die spierballentaal uit de VS; immers een beetje politicus/mediamens/beleidsmaker houdt de opties op een internationale baan graag open. In Noorwegen hadden ze een soortgelijke affaire, maar daar was mevrouw Rice (overigens een beoogd kandidaat voor de opvolging van George) de boosdoener. De Noorse collega van Zalm had het gewaagd om te pleiten voor een boycot van Israëlische producten. Onder massieve druk van de collegas, Israël en de VS trok minister Halvorson publiekelijk haar steun aan de boycot in. (zie)