CIA, Plame en Iran

woensdag 15 februari-2006
Een paar namen: Scooter Libby, Dick Cheney, Larry Franklin, Michael Ledeen. Sommigen ervan misschien bekend, anderen niet. Ze hebben gemeen dat ze bedenkers en uitvoerders zijn van de Amerikaanse invasie in Irak, zij maakten, sorry: verschaften hiervoor het benodigde alibi. Irak was bezig kernwapens te bouwen, of het had ze al. De methode was simpel, gebruik de meest vage informanten en elk gerucht dat je kunt gebruiken (Irak wilde uranium uit Niger) als aanloop tot oorlog. Gewone propaganda dus, met hand en spandiensten vanuit de media.
(Tik de bovenstaande namen maar eens in op de Kleintje Muurkrant zoekmachine).
Scooter Libby wordt er nu van beschuldigd de naam van een geheim agente van de CIA in de openbaarheid te hebben gebracht. Valerie Plame, echtgenote van een ex-ambassadeur welke niet bereid was om de leugens van de neo-conservatieve kliek te steunen. Als ‘dank’ daarvoor vanuit het Witte Huis werd de naam van zijn vrouw naar de pers gelekt.
Nu blijkt dat mevr. Plame tijdens die periode actief was in een CIA operatie gericht op het in kaart brengen van de import en export van nucleaire technologie naar Iran (komt mijnheer Khan uit Pakistan ook weer eens langs). Als gevolg van het publiek maken van haar naam en die van de coverfirma waar ze bij werkte (Brewster Jennings & Associates) verdampte de Amerikaanse informatiepositie inzake de technologiesmokkel naar Iran. Slecht nieuws zou je zeggen. Nee, natuurlijk niet! Goed nieuws voor de neo-conservatieven. Die hadden en hebben geen behoeften aan echte, harde informatie, die zouden de eigen neoconservatieve claims over kernwapens in Iran alleen maar tegenspreken. Denk aan Irak, dat had ze immers ook. Althans volgens de neo-cons in Washington, London, Rome en Den Haag.