Skip to main content

De formatie: druk, druk, druk (003)

06 april 2017

woensdag 24 januari-2007
Toch had JP de MP op 10 januari tijd genoeg om persoonlijk een brief te beantwoorden. De afzender verzoekt hem bij de Belgische regering te willen vragen naar de mogelijkheden om een bepaald familiekasteel (terug) in handen te krijgen. Andere aspecten zijn echter belangrijker. De minister-president: “(...)u schrijft mij naar aanleiding van de campagne in aanloop tot de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november jl. Van de in uw brief verwoorde opvattingen heb ik kennisgenomen.” Wouter Bos, waarmee Jan Peter Balkenende zich pas nog in een veelsterrenkoetshuis opsloot om te verbroederen, mag van hem onbelemmerd een “politieke dombo” worden genoemd, “nog véél dogmatischer dan die van stalinistische komaf zijnde Marijnisschov (die in zijn geliefde Noord-Korea allang aan zijn rooie darmen aan een lantaarnpaal had gebungeld [...])” en “dit politieke jammerhout”. Het Leidse blad “De Fabel van de illegaal” c.q. de uitgevende organisatie worden achtereenvolgens uitgemaakt voor “uitzonderlijk jankerig”, een “weg-met-minister-Verdonk-kommer-en-kwel-verhalen-club”, “kleinzielig pesterig”, “Kinderachtig”, “flauw volk” en “Fabeltjeskrant”. Enkele opvattingen van de briefschrijver over Balkenendes beruchte VOC-speech: “(...)dan snap ik ook werkelijk niet waarover al die Surinamers en hun organisaties en (zelf bloed-!)rode kompanen zich zo opwinden”, hij voert een Surinamer op die “helemaal uit zijn kroeskop ging over Uw toespraak” en zelfs staat erin: “(...)Moet ik me er dan soms óók voor schamen dat mijn zo sociaal betrokken en uiterst zachtaardige grootvader in Nederlands-Indië een stuk beschaving trachtte bij te brengen aan wilden die maar al te vaak nog in het Stenen Tijdperk leefden? (...)” Nog een rechtse directe: “(...)maar probeer dát maar eens over te brengen op de hórden heidenen en erger die er tegenwoordig rondlopen in ons mooie land!” Over Afghanistan: “Belachelijk zoals iedereen zich ineens opwindt over die ‘martelingen’ door onze jongens in Afghanistan! Prima zoals U en minister Kamp in deze kwestie de rug gestrekt houden!! Martelen mag niet, dat is ook mijn mening, maar een beetje met water gooien, pfoe, het zóú wat!! (...)”
De premier heeft dus “kennisgenomen van de in uw brief verwoorde opvattingen” om daarna zijn persoonlijke antwoordbrief te beginnen met “Geachte heer (...)” en af te sluiten met “Hoogachtend”, waartussen hij zich op geen enkele wijze distantieert van de zojuist weergegeven opmerkingen in en de toonzetting van de aan hem gerichte brief en gaat, vanuit het kennelijk binnen zijn “Normen en Waarden-”patroon vallen van het geciteerde, doodleuk over tot het zakelijk beantwoorden ervan. Zelfs de zin: “Mét U roep ik: ‘Hoezee de VOC!!’” blijkt bij Jan Peter Balkenende op geen enkele weerstand te stuiten, terwijl bij ieder ander die deze kreet hoort wel meteen allerlei uiterst akelige associaties opdoemen.
De minister-president noemt “De Fabel van de illegaal” tweemaal en merkt daarbij uitdrukkelijk op: “Overigens wil ik u erop wijzen dat de ‘De fabel van de illegaal’ een gefingeerde tekst heeft afgedrukt en dit geen weergave is van een toespraak zoals ik die uitgesproken zou hebben.” Het zal duidelijk zijn dat die door Beterweter gepersifleerde Houzee- ... ehh... Entschuldigung... Hoezee-speech de moeite waard is: klik hier.

Klik hier om uw reactie toe te voegen
06 april 2017