Skip to main content

De achterzijde van het beursschandaal (006)

17 juli 1998

Joop Verroen en de beursbengels

Voor deze aflevering over de achtergronden van het beursschandaal keren wij terug naar 16 december 1996. Op de avond van die dag vond in Zeist een merkwaardige inbraak plaats bij het Landelijk Recherche-team. Een uit financieel experts samengestelde unit, die het "follow the money"-adagium koesterde bij de jacht op groot wild. De dieven namen ongestoord twee laptops en een aantal diskettes mee met informatie over een paar lopende onderzoeken. Begin januari 1997 kwam de zaak naar buiten via het programma van de inmiddels naar SBS getransfereerde Kuifje van RTL, Peter R. de Vries, en groeide uit tot de LRT-affaire.

door Jan Portein

In de uitzendingen die Peter R. aan de affaire wijdde nam hij een paar mensen op de korrel die blijkens de inhoud van de diskettes in de belangstelling stonden van de LRT-rechercheurs. Tot die uitverkorenen behoorden onder andere makelaar en Pavarotti-aanbidder Harry Mens, vastgoed-, paarden- en aan-
delenverzamelaar Ed Maas en de eenvoudige vakbondsman Joop Verroen. De onthullingen van Peter R. schoten bij Maas in het niet daarvoor bestemde keelgat en hij stuurde stante pede zijn advocaat de baan op. Dat was mr. Oscar Hammerstein. Een wat omstreden jurist, maar zeer "well-connected". Zo zou hij zich zelfs volgens de Volkskrant ooit een paar maal met prins Willem Alexander tegoed hebben gedaan aan de geneugten van het Amsterdamse uitgaansleven. En onderhield hij daarnaast jarenlang een soort Bommel-Poes relatie met mr. Frits Salomonson, de juridisch adviseur en intimus van Willem Alexanders ouwelui.
Peter R. bood Maas in het daaropvolgende hoofdstuk van Kuifje in LRT-land licht-hakkelend zijn verontschuldigingen aan en liet hem in zijn programma zelfs demonstratief een kluis bezorgen bij het LRT-kasteel. Dan konden de jongens en meisjes van dat woelmuizenteam voortaan hun laptops en diskettes wat beter opbergen. Peter R. richtte zijn pijlen daarna min of meer noodgedwongen op Joop Verroen. Deze zou zich ondermeer hebben beziggehouden met het construeren van routes waarlangs gelden van vakbondsleden uit de haven- en vervoersector werden weggesluisd naar investeringen in een paar vreemdsoortige projecten in de Dominicaanse Republiek. Volgens de FNV ging het om oude, allang ontzenuwde geruchten. De vakbond sleepte Peter R. voor de rechter en won de zaak. Pas toen werd het beeld bij RTL wat scherper afgesteld. De genoemde gelden zouden zijn afgetapt uit de voorraden van het Pensioenfonds van Vervoers- en Havenbedrijven (PVH). En Verroen vertegenwoordigde sedert 1984 de vakbond bij de top van dit fonds.

Glad ijs
Het was niet voor het eerst, dat het betrokken pensioenfonds in opspraak kwam. Eind 1987 bleek het PVH grootaandeelhouder te zijn van Westhaven. Dat fonds was het rudiment van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij, die in 1984 na jarenlange strijd van de zijde van de werknemers failliet was gegaan. Westhaven beschikte in die periode over niet meer dan een geldzak van een paar miljoen en het terrein van de voormalige ADM. Het fonds stond oorspronkelijk onder controle van een paar beleggers die in 1990 deel zouden gaan uitmaken van de investeringsgroep Courtier. Als primus inter pares van deze nijvere groep gold de nu binnen het kader van het beursschandaal van belastingontduiking etcetera verdachte Berry van den Brink en de naar Belgische dreven uitgeweken Frits Salomonson als diens paladijn.
Midden 1987 werd Westhaven overgenomen door de Investeringsmaatschappij Nederland (IMN) van ex-belastinginspecteur Wim Jenezon. Met hulp van het PVH. Een klein jaar later deed dezelfde combinatie een vermetele poging om nog meer poten onder het kostelijke meubilair van Van den Brink cs. weg te zagen door een overval te plegen op één van de paradepaardjes van de Courtier-groep in wording, de Industriële Maatschappij. Er volgde een bikkelharde strijd waarin zich ook de enigmatische investeerder Jan Jurgen Kuijten mengde. In 1990 werd de strijd beslecht. Jenezon verliet gewond het slagveld. Kuijten, die bekend stond als iemand die de wet nogal eens testte op zijn rekbaarheid, nam via zijn Venture Fonds Nederland voor een respectabel bedrag zowel de Industriële Maatschappij als de Investeringsmaatschappij Nederland over.
Tot ieders verbazing bleek niet lang daarna, dat het PVH het gladde Thialf-ijs van Jenezon had ingeruild voor het nog gladdere Calgary-ijs van Kuijten. Verroen cs. hadden zich achter de schermen verzekerd van een aanzienlijk aandelenpakket Venture Fonds Nederland dat zich qq. bezighield met op zijn zachtst gezegd avontuurlijke beleggingen en vindingrijke constructies. Geen voor de hand liggende investering voor een normaliter op safe spelend pensioenfonds.

OPTAS
Op 1 januari 1991 werden de pensioenen van de administratieve sector van de haven- en vervoersbedrijven ondergebracht bij een nieuwe, in dit verband opgerichte verzekeringsmaatschappij, de NV OPTAS in Rotterdam. Twee van de drie commissarissen waren gelieerd met de Groupe Courtier: Frits Salomonson en de ex-directeur van het Centraal Planbureau Peter Barend de Ridder.
Dit duo raakte datzelfde jaar nog in perikelen verzeild die de facto het einde van Courtier inluidden en de top van de met dit schandaal verbonden Nederlandse Middenstandsbank rigoureus uitdunden. Die perikelen hadden betrekking op het automatiseringsbedrijf Newtron van Courtier-lid Willem Smit, dat eind 1990 naar de beurs was gebracht. Smit, die lijf en leden liet beschermen door ex-wereldkampioen judo Willem Ruska, bleek de hoge winstverwachtingen niet te kunnen waarmaken. Binnen het bedrijf heerste een bestuurlijke chaos. Er werd gerotzooid bij het leven. Zodanig zelfs dat de voorzitter van de raad van Commissarissen, voormalig minister van Verkeer en Waterstaat Neelie Smit-Kroes, zich genoodzaakt zag om vroegtijdig op te stappen. Naar eigen zeggen kon zij kon zich niet verenigen met de heersende moraal binnen Newtron. Volgens haar was bij verschillende lieden in de top van het bedrijf het gevoel voor mijn en dijn nogal vervaagd. De aandeelhouders, waaronder Adri Strating (één van de hoofdverdachten van het beursschandaal en "uitvinder" van Courtier), zagen de rampzalige gebeurtenissen met lede ogen aan. De ultieme reddingspogingen van de zijde Berry van den Brink, Peter de Ridder en Frits Salomonson hadden hetzelfde effect als een hartmassage bij een diepvrieskip. Midden 1992 viel dan ook de vlag bij Newtron. Vrienden waren geen vrienden meer. Groupe Courtier brokkelde langzaam af.

Frits
In de jaren daarna kwam de als uiterst aimabel bekend staande Frits Salomonson in zwaar weer terecht. Zowel in de privésfeer als zakelijk. Dat nam niet weg, dat hij samen met De Ridder in april 1994 nog tot commissaris werd benoemd bij OPTAS Schade NV. Een nieuwe dochteronderneming die in het leven was geroepen om het WAO-hiaat in de administratieve sector van Haven en Vervoer te dichten. En bovendien kreeg het roemruchte Courtier-duo diezelfde functie toebedeeld bij OPTAS Leven NV, een levensverzekeringsmaatschappij.
Met name op dit laatste specifieke verzekeringsterrein raakte Salomonson, die in de jaren daarvoor bekwaam kaap-SASEA had gerond en zonder kleerscheuren de golf van NORO was overgestoken, als een van de topfiguren van de Banque de Suez verzeild in de gevaarlijke grondzeeën van het Vie d'Or-schandaal. In 1995 maakte deze nauw met de Banque gelieerde levensverzekeraar snel water en ging met veel geraas naar de kelder. Na een diepgaand onderzoek bleek zo'n 180 miljoen gulden via een Antillenroute verdwenen te zijn. Een flink aantal dossiers was eveneens onvindbaar en in vakkringen ging het sterke gerucht dat Vie d'Or een witwasserij was geweest voor drugsmiljoenen. Het zou niet de laatste keer zijn dat de naam van de advocaat van het Koninklijk Huis in verband werd gebracht met drugsaffaires. Zo kwam in die jaren tijdens het IRT-onderzoek onder leiding van Maarten van Traa aan het licht, dat Salomonson tussen 1984 en 1988 als president-commissaris mede-verantwoordelijk was geweest voor een witwasconstructie bij het beursgenoteerde bedrijf TextLite via het zwart verhandelen van personeelsopties aan buitenstaanders. Bij deze handel zouden drugsgelden van de organisatie van de in 1991 vermoorde Dominee Bruinsma een andere kleur hebben aangenomen. De naam van Salomonson kwam eveneens voorbij in een geruchtmakende affai-
re rond zijn "jonge vriend" mr. Oscar Hammerstein. Deze werd ervan beschuldigd in samenspel met onder andere voormalig luxe bordeel-houder Ronnie Galjaard 17 miljoen drugsguldens een megaperl-sopje te hebben gegeven in één van de Zwitserse wasserettes van de bekende libertarische zakenman Robert Jan Doorn. Oscar werd vrijgesproken, maar was zeker niet onbeschadigd uit de strijd tevoorschijn gekomen. Niettemin is hij inmiddels terug aan het front. Niet alleen als advocaat van Maas, maar ook als verdediger van Rommy (zie Kleintje Muurkrant nummer 322).

Peter
In tegenstelling tot wat iedereen zou denken was het leven van Salomonsons OPTAS-collega Peter Barend de Ridder ook niet elke dag paaseieren geweest. Zoals vermeld belandde hij via de Courtier-groep in het begin van de jaren negentig in de grabbelton van Newtron. Maar dat was niet de enige traumatische ervaring die hij als een van de grootste particuliere beleggers van Nederland in de loop van de tijd opdeed. Zo raakte hij tezelfdertijd als commissaris verwikkeld in het gekrakeel rond het beleggingsfonds Groeigarant en de beheersmaatschappij daarvan, Financial Services Europe. Beide geestes- en troetelkinderen van zijn vriend Ton Jongbloed, die begin 1989 onder druk van de Frederiksplein-clan van Wim Duitenberg na wat al te avontuurlijk bankieren en het schermen met geheime dossiers het veld had moeten ruimen bij Staal Bankiers. Toen de groei bij Groeigarant eruit raakte en met een scherpe bocht de terugweg werd aanvaard zorgde SOBI-inquisiteur Pieter Lakeman voor extra commotie door te openbaren, dat rond de directeur van het bedrijf eenzelfde aroma hing als Neel bij Newtron had waargenomen. En dat een essence daarvan ook in de raad van commissarissen rondzweefde. Ondanks heftig remmen en bijsturen van De Ridder gierde Groeigarant bergafwaarts. De koene chauffeur wist met veel kunst en vliegwerk de zaak op de weg te houden, tot een veilige P tenslotte soelaas bood en hij met enige opluchting het vehikel kon verlaten. Hij beloofde zichzelf voortaan wat voorzichtiger te zijn en stapte in de
vertrouwde Gestion-bus van zijn voormalige Courtier-partner, Adri Strating.
Samen met onder andere een paar aardige jongens van andere pensioenfondsen die al jarenlang meegingen met door Adri georganiseerde toertochten genoot OPTAS-commissaris De Ridder allereerst van een uitgebreide koffietafel in Stratings eigen villa in Baambrugge, de "Witte Olifant". Een prachtig optrekje, dat had toebehoord aan de voormalige koning van de Amsterdamse onderwereld, Zwarte Joop de Vries, die op zijn beurt zijn hart weer had verpand aan de "Pink Elephant". En toeval bestaat niet: Iemand uit diens vroegere kennissenkring bezat in Italië de "Gelukkige Olifant". Wie naar het verleden kijkt van deze drie roemruchte Nederlanders moet het volmondig eens zijn met het Indonesische volksgezegde: "Waar olifanten samenkomen, lijdt het gras". Na de koffietafel bracht het beleggersgezelschap onder leiding van Adri vervolgens een bezoek aan de Bijenkorf. Niet alleen om te kijken
of hun ingelegde centjes adequaat werden gebruikt, maar ook om wat presentjes mee te nemen voor moeders thuis. De interessante rondrit werd besloten met wat ontspannen gokken in het
casino van de firma Bever. De meesten van het vrolijke gezelschap waren net bezig een aardige winst weg te halen uit het "black jack"-hoekje van croupier Brom toen een inval van de FIOD een abrupt maakte aan de leuke dag. Adri Strating werd opgepakt wegens frauduleuze activiteiten. Een paar anderen van het busgezelschap deelden zijn lot. De Ridder riep zonder beschuldigd te zijn dat hij onschuldig was. En dat hij boos was op Strating. Tot nu is dat voldoende gebleken.

Reorganisaties
Ondertussen was Joop Verroen namens de FNV betrokken bij moeizame onderhandelingen met de werkgevers om tot een nieuw centraal akkoord te komen inzake de pensioenen van de havenwerkers. In december 1996 was het zover en Verroens taak als landelijk onderhandelaar was daarmee ten einde. Verroen in het Rotterdamsch Dagblad van 12-12-96: "De klassenstrijd in de haven is voorbij. De werknemers hebben een goede rechtspositie. Ze zijn geëmancipeerd, doen mee in de samenleving. We zorgen er nu voor die zekerheden vast te houden. Het veranderingsproces in de haven gaat ondertussen door: niet langer met je rug naar het werk staan, maar met je neus. En het werk opeisen. Nu ga ik het akkoord als "gewoon" bestuurder in de Rotterdamse haven uitvoeren en bewaken." Dat laatste duurde niet lang. Na de uitzendingen van Peter de Vries in het
kader van de LRT-affaire begin 1997 ging Joop met vakantie. Eind mei nam hij voortijdig ontslag bij de bond om gezondheidsredenen. Naar verluidt met een koperen handdruk. Hij verhuisde naar de Dominicaanse Republiek, kocht daar twee leuke optrekjes en een prijzig autootje. Mede daartoe in staat gesteld door een cheque uit Londen van een naamloze weldoener.

Uit een opgave bij de Rotterdamse Kamer van Koophandel dd. 6 juni 1997 blijkt, dat bij OPTAS een rigoureuze reorganisatie had plaatsgevonden. Er was een holding in het leven geroepen als overkoepelend orgaan boven de al bestaande OPTAS-NV's. Het lag in de bedoeling om in 1998 ook de andere sectoren van het PVH over te dragen aan de goede zorgen van deze holding, waar opnieuw De Ridder en Salomonson tot commissarissen waren benoemd. Opvallend was dat zowel in de talloze publikaties over deze twee financiële bollebozen als in hun officiële cv's hun werkzaamheden voor OPTAS onvermeld zijn gebleven. Maar je hoeft ook niet alles aan de grote klok te hangen. Hoe dit ook zij, eind 1997 -toen de voorgenomen reorganisaties hun beslag hadden gekregen- verdwenen hun namen wel geruisloos uit de OPTAS-annalen.

Gezien de hierboven beschreven gebeurtenissen en de strapatsen van hoogwaardigheidsbekleders bij andere pensioenfondsen binnen het raam van het beursschandaal is het voor de werknemers in de Nederlandse havens misschien niet onverstandig om bij hun vakbond eens te informeren of de koers binnen het PVH en OPTAS altijd wel recht-zo-die-gaat is geweest. En of de kwestie-Verroen inderdaad niets om het lijf had, terwijl het LRT diezelfde kwestie als "politiek gevoelig" omschreef. Want ook voor werknemers geldt al geruime tijd de noodzaak: niet langer met je rug naar je geld staan, maar met je neus.

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 323, 17 juli 1998

Klik hier om uw reactie toe te voegen
17 juli 1998
De achterzijde van het beursschandaal