Skip to main content

De CIA, martelen?

Hits: 516

dinsdag 10 januari-2006
Begin jaren zeventig schreef Alfred W. McCoy een baanbrekend boek over de betrokkenheid van westerse inlichtingendiensten (de Franse diensten en de CIA) bij de heroïnehandel in Laos en Vietnam. (Voor de liefhebber: "The Politics of Heroin in Southeast Asia" - 1972 - enkele malen herzien en herdrukt, voor het laatst in 2003). Het boek werd door deskundigen de hemel in geprezen, maar aan de betrokkenheid van de CIA bij die handel veranderde niets. In de jaren tachtig werd de heroïne vervangen door de cocaïne en ging de geldmaakmachine gewoon weer door. Toen ging een deel van de opbrengst naar wapenaankopen voor de contra’s in Nicaragua en nog eens later kwam Afghanistan in beeld. Desondanks is het officiële standpunt in de VS nog steeds dat de inlichtingendiensten niet betrokken zijn bij de handel in drugs.
Zo waren ze uiteraard ook niet betrokken bij martelen. Behalve dan dat de CIA in de jaren zestig nog (voor intern gebruik) een handleiding over “coercive interrogation methods” publiceerde (voor de liefhebber: KUBARK Counterintelligence Interrogation - Juli 1963), in de jaren tachtig volgde iets soortgelijks voor de nieuwe generatie medewerkers in Midden en Zuid Amerika, de “Human Resource Exploitation Training Manual - 1983". Na 9/11 was het alle remmen los, denk aan de martelingen in Afghanistan, Irak, Guantanamo en de extraordinary rendition gevangenissen in Egypte, Marokko, en “de nieuwe democratieën” van Oost Europa en Centraal Azië.
Reden voor McCoy om de betrokkenheid van de CIA bij (psychologische) martelingen te beschrijven in "A Question of Torture: CIA Interrogation, from the Cold War to the War on Terror" (zie deze link). Zal wel niet zo populair worden als de Da Vinci Code.

Klik hier om uw reactie toe te voegen